Volgende maand zal staatssecretaris Marnix van Rij van Fiscaliteit nog een compensatieregeling delen met de Tweede Kamer. Ditmaal voor de 270.000 particulieren en mkb’ers die op fraudelijsten van de Belastingdienst terechtkwamen. De staatssecretaris stuurde dinsdag het laatste deel van het PwC-onderzoek naar het fraudesysteem FSV van de fiscus naar de Tweede Kamer.
Gevolgen registratie
Dat deel van het onderzoek bevat onder meer de gevolgen voor mkb’ers. ‘Ook de conclusies van de laatste twee rapporten zijn ernstig’, aldus Van Rij. Met deze laatste puzzelstukjes kan worden gestart met de contouren van een tegemoetkoming voor de gedupeerden. Volgens PwC stonden ongeveer 55.000 mkb-ondernemers op de lijsten van de Belastingdienst. Deze ondernemers konden onder meer problemen krijgen bij het aanvragen van een omzetbelastingnummer.
Dit gebeurde ook wanneer er geen fraude was vastgesteld. De privacy van de ondernemers is geschonden. Bovendien kon registratie in FSV leiden tot een grotere kans op controle. Al eerder bleek uit onderzoek dat het zeer aannemelijk is dat particulieren zijn afgewezen voor schuldsanering of voor een betalingsregeling bij de fiscus vanwege registratie in het fraudesysteem. Dat is de mkb’ers ook overkomen. Daarbij is gebleken dat bij 43000 ondernemers die op de lijst stonden, de kinderopvangtoeslag is stopgezet.
Selectie
Twee jaar geleden werden de lijsten onthuld door Trouw en RTL. De mensen op de lijsten stonden daar zonder eigen weten op en stonden genoteerd als mogelijke fraudeurs. De notering dook ook op in andere systemen van de fiscus, meldt Van Rij. Het grootste deel van de registraties is het gevolg van ‘selectie aan de poort’ meldt PwC. Maar welke selectiegegevens precies zijn gebruikt is niet te achterhalen stellen de onderzoekers van PwC.
Het onderzoekt stelt dat het er alle schijn van heeft dat de selectie meer gericht was op de kenmerken van de belastingbetaler dan op de fiscale risico’s. Zo zijn er handleidingen gevonden waarin frauderisico’s worden gebaseerd op nationaliteit, leeftijd, of giften aan moskeeën. ‘Het feit dat PwC voorbeelden heeft gevonden van vermeldingen van nationaliteit in handleidingen en een daderprofiel is onacceptabel en moreel verwerpelijk. Dit had niet mogen gebeuren’, aldus Van Rij.