Hoe heeft het zo mis kunnen gaan met de vermogenstaks? Als gevolg van het Hoge Raad arrest van december zit het nieuwe kabinet met een miljardenprobleem op de begroting. Hoe groot de rekening wordt durft niemand te zeggen maar er staat hoe dan ook een flinke rekening open.
Gapend gat
De huidige staatssecretaris van Financiën zei in 2015 over de aanpassing van de vermogensbelasting: ‘Ik heb zelden zo’n slecht doordacht plan gezien.’ Juist Van Rij krijgt nu de gevolgen op zijn bord, schrijft het FD.
Sinds het arrest staat de heffing op vermogen stil. Dat betekent een gapend gat van €4 miljard per jaar in de begroting. Daar moet snel een oplossing voor komen. Bovendien hebben de belastingbetalers die te veel betaalden recht op teruggave. Die rekening zit al snel op een paar miljard.
Miljardendrama
Opmerkelijk is dat iedereen het miljardendrama aan zag komen. De VVD heeft naar eigen zeggen motie na motie ingediend. Het CDA heeft om scenario’s gevraagd voor wanneer het mis zou gaan. De SP wil excuses van de regering omdat ze al zeven jaar lang om een nieuwe vermogenstaks vraagt.
Sinds 2001 kent Nederland de unieke belasting methode die ervoor moest zorgen dat men geen belasting meer kon ontwijken. Tot die tijd konden belastingplichtigen belastbare vermogensinkomsten omzetten in onbelaste vermogenswinsten. De fiscus zou ervan uitgaan dat spaarders en beleggers boven een belastingvrije voet een rendement van 4% op hun vermogen behaalden. Over dat zogenaamde forfaitaire rendement betaalden zij 30% belasting.
Pretbox
Gerrit Zalm zei destijds nog over box 3, ook wel de pretbox genoemd. ‘Elke sukkel haalt meer dan 4% rendement. Wie dat niet lukt, kan bij mij staatsobligaties krijgen met een procent of zes.’
Maar het zogenaamd veilig te behalen rendement van 4% is al jaren onmogelijk. Vanwege de gestaag dalende rentes. Daarom besluit Rutte II in 2015 om de pretbox aan te passen. Alle fracties willen een belasting op basis van werkelijk behaalde rendementen. Maar zo eenvoudig is dat niet, stelt ook toenmalig staatssecretaris Eric Wiebes.
ICT-problemen
De tussenoplossing wordt dan om van de 4% af te stappen. De Belastingdienst neemt daarom vanaf 2017 daarom het gemiddeld rendement in de markt. Enerzijds op sparen en anderzijds op beleggen. Bovendien gaan de fiscus ervan uit dat belastingplichtigen meer beleggen naarmate hun vermogen groter is.
Wat nu, is de vraag. Van Rij heeft hoe dan ook afgelopen vrijdag 200.000 bezwaren voor de periode 2017 tot en met 2020 tegen de heffing gegrond verklaard. Hoeveel en wie nog meer wordt gecompenseerd weet hij nog niet. Een heffing op daadwerkelijk behaalde rendementen wordt niet losgelaten maar kan vanwege de ICT problemen van de fiscus nog wel even duren, aldus het FD.