De Belastingdienst moet een belastingbetaler die bezwaar maakt tegen een aanslag of boete een afschrift geven van het volledige dossier waarop de betreffende maatregel is gebaseerd. Vorige week kreeg een belastinginspecteur het zwaar te verduren omdat die had geweigerd dat te doen. De voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland veroordeelde de Belastingdienst vorige week tot het betalen van alle proceskosten van €15.000 in een zaak tegen afvalverwerkingsbedrijf Ter Horst Groep uit Varsseveld.
Tegen beter weten in
De fiscus kreeg ook een dwangsom opgelegd van maximaal €50.000. In het geval de dienst blijft weigeren kopieën te verstrekken van alle dossierstukken. Volgens de rechter wordt het recht op inzage van belastingplichtigen uitgehold wanneer men niet het volledige afschrift krijgt. Volgens emeritus hoogleraar fiscale economie Leo Stevens, gaat het om een serieuze terechtwijzing.
In de uitspraak stelt de rechter dat er sprake is ‘van een situatie waarin verweerder (de belastinginspecteur, red.) tegen beter weten in heeft gehandeld door geen afschrift te willen verstrekken’. Ter Horst Groep zegt tevreden te zijn met de uitspraak. ‘Het biedt de onderneming nu eindelijk de mogelijkheid om alles wat haar ten onrechte is verweten, te gaan weerleggen’, aldus het afvalverwerkingsbedrijf.
Bezwaar op navordering
Drie jaar terug vond een politie-inval plaats blij het bedrijf. In juni van dit jaar werden de eigenaar en een medewerker tot drie maanden voorwaardelijke gevangenisstraf veroordeeld. De reden: er gingen valse bonnen rond. Daarnaast werden asbest en accu’s op een gevaarlijke wijze opgeslagen. De twee veroordeelden kregen tevens een taakstraf. De werkmaatschappijen van de groep werd in totaal een boete van €130.000 opgelegd.
Op basis van onder meer de toen in beslag genomen administratie legde de inspecteur in 2019 voor miljoenen een navorderingen en boetes op. Het bedrijf tekende bezwaar aan en vroeg om kopieën op van het volledige dossier. Daarop werd slechts een gedeelte van de afschriften beschikbaar gesteld en de inspecteur weigerde de rest vrij te geven.
Onwil
‘Het gemak waarmee zulke grote navorderingen en boetes zijn opgelegd staat in schril contrast met de inspanning van de inspecteur om de belastingplichtige in staat te stellen om hiertegen in het geweer te komen’, zegt advocaat Mark Hendriks, die het bedrijf vertegenwoordigt.
Volgens de advocaat is het pure onwil van de fiscus. Het gaat dan wel om een groot dossier van bijna 8000 bestanden maar alles is gedigitaliseerd, zegt de Hendriks. Het afvalverwerkingsbedrijf had een harde schijf beschikbaar gesteld om alles te kopiëren. Volgens de rechter maakt de omvang van het dossier het juist noodzakelijk om te voldoen aan het recht op inzage.
Afhandeling van bezwaren
Een belastingplichtige moet samen met adviseurs de documenten grondig kunnen bestuderen en bespreken, stelt de rechter. Het kan voorkomen dat een inspecteur stukken uit een dossier niet ter inzage geeft wanneer hij of zij expliciet een beroep doen op geheimhouding. Dat gebeurt soms met de resultaten van onderzoek bij derden. Bijvoorbeeld klanten of leveranciers van belastingplichtigen. Er was in dit geval geen sprake van in ieder geval.
Wat de zaak extra pijnlijk maakte voor de Belastingdienst was dat de inspecteur tijdens de zitting erkende helemaal niet op de hoogte te zijn van het eigen beleid. Zo blijkt uit het proces-verbaal. Afgelopen zomer publiceerde het ministerie van Financiën interne instructies voor de afhandeling van bezwaren, nadat het kantoor van Hendriks, FT Advocaten, daarom had gevraagd met een beroep op de Wet openbaarheid bestuur (Wob). De dwangsom werd gegeven omdat de inspecteur tijdens de zitting heeft gezegd dat het niet zeker is dat die binnen vier tot zes weken de verlangde kopieën kan aanleveren, zonder daarvoor een reden te geven, aldus het FD.