Het kabinet-Rutte III stond al bekend als het kabinet van de gebroken beloftes aan het bedrijfsleven. Dat wordt zo vlak voor de finish nog eens bevestigd. Bij aanvang in 2017 beloofde het kabinet dat de lasten voor het bedrijfsleven gelijk zouden blijven. De lastenverzwaring in 2021 van een slordige €5 miljard maakt duidelijk dat die belofte niet waar is gemaakt.
Renteaftrek, tariefsverhoging en grondslagverbreding
Daar kwam de afgelopen dinsdag gepresenteerde begroting nog bovenop. Daarmee komt er nog een bedrag van €1,2 miljard bovenop. Donderdag werd daar in de vorm van een tariefsverhoging en grondslagverbreding nog een miljard bij opgeteld. Demissionair premier Mark Rutte probeerde dit in eerste instantie nog te blokkeren maar bezweek onder druk van de Tweede Kamer.
Het standaardtarief in de winst- of vennootschapsbelasting (vpb) stijgt volgend jaar van 25% naar 25,8% en geldt vanaf een winst van €395.000. Daar moet de salarisverhoging in de zorg van worden betaald. Een deel van het geld om de oppositie tegemoet te komen komt voort uit een maatregel die ervoor zorgt dat bedrijven minder rente mogen aftrekken van hun belastbare winst.
Nederland is streng
De renteaftrek beperken is volgens Stan Stevens, hoogleraar belastingrecht aan Tilburg University en partner bij fiscaal adviesbureau HVK Stevens, wettelijk eenvoudig. Het instrument hiervoor is de earningsstrippingmaatregel. De maatregel werd in 2019 ingevoerd op basis van een Europese richtlijn. Met als doel om de uitholling van de belastinggrondslag door rentebetalingen terug te dringen.
Rutte III was aanvankelijk nog van plan om deze grondslagverbreding te compenseren met een verlaging van het reguliere vpb-tarief naar 21%. Volgens Stevens is de Nederlandse invoering vrij streng. Dat komt door de relatief zuinige vrijstelling van een miljoen aan rente. Bovendien kunnen Nederlandse bedrijven geen gebruikmaken van een voordelige uitzondering waartoe de richtlijn de mogelijkheid biedt.
De hoogleraar is overigens niet verbaasd over dat er voor earningsstripping is gekozen. ‘Je raakt vooral grote bedrijven. Bovendien schrikt het minder af naar investeerders dan wanneer je de vpb verder verhoogt.’