Partners van zzp’ers die bij de start van de coronapandemie inkomenssteun hebben ontvangen, krijgen nu een onaangename verrassing in de vorm van honderden euro’s extra belasting. De inkomstensteun wordt bij het inkomen van de partner opgeteld. Boekhouders twijfelen aan de rechtmatigheid van het addertje onder het gras.
Geen partnertoets
Ze krijgen samen met belastingadviseurs en belangenbehartigers veel ongeruste telefoontjes van zzp’ers. In een reactie laat het ministerie van Sociale Zaken weten dat er vanaf het begin duidelijk is gecommuniceerd dat de regeling is gebaseerd op de algemene bijstand. Dus het gaat om een gezinsuitkering en die heeft gevolgen voor de inkomstenbelasting van de partners van de zelfstandigen.
Tijdens de eerste drie maanden van de coronacrisis werd niet gekeken naar het inkomen van partner om zo de regeling sneller te kunnen uitvoeren. Ook zzp’ers wiens partner boven bijstandsniveau verdiende konden hierdoor de volledige steun krijgen. Over de periode van drie maanden was dit maximaal 4500 euro netto.
Loonheffingskorting
Nu krijgt Natasja, wiens partner zelfstandig kok is, de helft van de maximale uitkering toegekend in de belastingaangifte. Over dat bedrag moet nu 833 euro belasting worden betaald. “Zoals het spelletje door het kabinet verkocht is bij de aankondiging van de steun, zo werkt het dus niet helemaal. Dat blijkt nu.”
Belastingadviseur Wim Rikkert van kantoor LamersRozendal in Bornerbroek ziet het vaak. Klanten schrikken ervan en verzoeken het uit de belastingaangifte te halen omdat ze de uitkering niet hebben aangevraagd. Maar dat gaat helaas niet. Bij de Belastingdienst wordt de helft van de uitkering als bijstand opgeteld bij het inkomen van de partner. Er kan ook geen loonheffingskorting worden toegepast omdat deze al wordt gebruikt bij de werkgever.
Loondienst versus zelfstandig
Sylvester Schenk, fiscaal directeur van beroepsvereniging Register Belastingadviseurs (RB) denkt dat het niet zomaar kan. “De hoogte van een uitkering kan wel worden beïnvloed door het inkomen van de partner, maar een partner moet geen belastingaanslag kunnen krijgen over de uitkering van de ander.” De organisatie is dan ook klachten aan het verzamelen en zal in gesprek gaan met de overheid.
Het is volgens Roos Wouters van de Werkvereniging opnieuw een voorbeeld van grote verschillen tussen mensen in loondienst en zelfstandigen. Mensen in dienst krijgen via de loonsteun het volledige salaris uitbetaald tot maximaal 9538 euro per maand. Zelfstandigen moeten het doen op het sociaal minimum. En krijgen dan nog een trap na via de inkomstenbelasting, aldus Wouters.