Zo’n 54.000 werkgevers hebben voor de eerste drie maanden van 2021 een beroep gedaan op de Now. Met steun van deze subsidie kunnen naar schatting de salarissen van ruim een half miljoen werknemers worden doorbetaald tijdens de aanhoudende Coronacrisis. De inkomenssteun voor zelfstandigen Tozo is begin 2021 ongeveer 139.000 keer aangevraagd. Daarnaast heeft ongeveer een derde van de werkgevers de eindberekening van de Now uit het eerste steunpakket aangevraagd. Dit staat in de brief die Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Meebewegen
Het is alweer bijna een jaar geleden dat het kabinet de economische steunmaatregelen voor de Coronacrisis aankondigde. Met daarin ook de Now en de Tozo om banen en inkomens te beschermen. De regelingen lijken hun werk te doen. De werkloosheid is laag en de maatregelen helpen ondernemers de klap op te vangen. Maar dat laat onverlet dat het zware tijden zijn voor de ondernemers in de getroffen sectoren. Zeker deze periode met de verzwaarde maatregelen.
Het kabinet heeft het afgelopen jaar steeds geprobeerd om de maatregelen zoveel mogelijk mee te laten bewegen met het verloop en de duur van de pandemie. Voor de Now betekent dat dat in de uitbreiding van het steunpakket van januari een verhoging van het subsidiepercentage zit (naar 85 procent). Ook is afgezien van de verhoging van het minimale omzetpercentage om in aanmerking te komen voor de Now, dat blijft twintig procent. Bij de Tozo is afgezien van de invoering van de vermogenstoets. Ook is de aflossingsdatum voor zelfstandig ondernemers die binnen de Tozo een lening voor bedrijfskapitaal zijn aangegaan, verschoven van 1 januari 2021 naar 1 juli 2021. Met de uitstel van aflossing is ook de rente stilgezet. Daarnaast heeft het kabinet onder meer de maatregelen sterk uitgebreid die ondernemers moeten helpen met het betalen van de vaste lasten, deze maatregelen vallen onder het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK).
NOW
Inmiddels zijn de gemeenten en Uwv ook gestart met het vaststellen van de definitieve subsidiebedragen over de maanden maart, april en mei 2020. Bedrijven krijgen bij de Now na hun aanvraag een voorschot van tachtig procent van Uwv gebaseerd op een door de bedrijven geschat omzetverlies. Tussen 7 oktober 2020 en 31 oktober 2021 kunnen bedrijven een vaststelling, een eindberekening, aanvragen gebaseerd op het daadwerkelijke omzetverlies. Ook wordt dan bekeken of de loonsom gedaald is. Bij gedaalde loonkosten wordt de subsidie verminderd. Het doel van de Now is immers om banen te behouden.
Een derde van de bijna 140.000 bedrijven uit de eerste ronde heeft tot dusverre om een vaststelling gevraagd. Vanwege de variëteit in bedrijven en in de hoogte van de subsidiebedragen is het niet mogelijk op dit moment een representatief eerste beeld te verkrijgen over de definitieve subsidieverstrekking. Zo moeten bijvoorbeeld de bedrijven met te hoge subsidiebedragen een accountantsverklaring hebben, die worden meestal gecombineerd met de jaarrekening en zijn daarom nog niet binnen.
Op basis van de eerst binnengekomen vaststellingen klopt de verwachting dat ongeveer veertig procent van de bedrijven nog extra subsidie krijgt. En dat ruim zestig procent van de bedrijven subsidie moet terugbetalen. Voor het grootste deel komt dit omdat het omzetverlies lager was dan ondernemers hadden ingeschat bij de start van de pandemie. Voor sommige bedrijven komt een terugbetaling nu ongelegen vanwege de huidige lockdown. UWV gaat op verzoek van de minister zo coulant mogelijk om met de betaaltermijnen. In de loop van het voorjaar stuurt de minister een brief als er over de definitieve subsidiebedragen meer helderheid te geven is.
TOZO
Bij de Tozo zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de regeling. En zo ook voor de controle op de uitkeringen en de eventuele terugvorderingen of verrekeningen. Gemeenten hebben reeds aangegeven dat het totale bedrag dat teruggevorderd wordt, relatief groot is. Dit valt voor een belangrijk deel te verklaren door onder andere de inschatting van de ondernemer over te verwachten inkomsten of het urencriterium. Deze inkomsten kunnen later anders uitpakken en zodoende leiden tot terugvorderingen omdat de zelfstandigen gedurende een of meerdere maanden tijdens de Tozo-uitkering toch enige winst heeft gemaakt. Als een ondernemer nog niet in staat is tot terugbetaling, kan de gemeente een betalingsregeling treffen. Zelfstandigen die met of zonder gebruik van de Tozo onvoldoende inkomsten hebben om hun vaste lasten te voldoen, kunnen wellicht nog in aanmerking komen voor de TONK. Hiervoor kunnen zij terecht bij de eigen gemeente. De eerste voorlopige cijfers over terugvorderingen komen in het eerste kwartaal van 2021 beschikbaar via het ‘beeld van de uitvoering’ dat door gemeenten bij het ministerie van SZW wordt ingediend.