Het blijft een lastige materie: kun je namens een niet meer bestaande rechtspersoon bezwaar maken tegen een aanslag of beschikking? Het antwoord luidt in beginsel: ja!
Hof Arnhem-Leeuwarden 17 november 2020
Deze vraag lag recent weer voor in hoger beroep bij Hof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2020:9540). In die zaak was belanghebbende op 31 augustus 2010 naar het recht van Curaçao opgericht. In het handelsregister op Curaçao was de registratie per 28 juli 2015 opgeheven. In de Curaçaosche Courant was op 31 juli 2015 de ontbinding en beëindiging van de vereffening wegens gebrek aan baten opgenomen.
De inspecteur heeft de niet meer bestaande rechtspersoon bij brief van 15 februari 2016 geïnformeerd dat het vermoeden bestaat dat de rechtspersoon belastingplichtig is geweest in Nederland. De inspecteur vraagt om inzage in de volledige administratie van oprichting tot en met 2015. Op 7 juli 2016 is dit bericht overgebracht aan de bewaarder van de boeken en bescheiden. Verder worden ook nog gegevens opgevraagd om het ophouden van bestaan te kunnen vaststellen.
De bewaarder heeft aangegeven niet aan de verzoeken te kunnen voldoen. Hij stelt dat het niet aan de vereffenaar of bestuurder is om daaraan te voldoen.
Op dat moment gaat de inspecteur er vanuit dat geen informatiebeschikking kan worden opgelegd. Hij stelt daarom ambtshalve belastingaanslagen vast. Daartegen maakt de gemachtigde bezwaar. Dit gebeurt namens de ontbonden rechtspersoon. Daarna sluiten een aantal mogelijk belanghebbenden zich aan.
Tijdens de bezwaarfase verzoekt de inspecteur nog een keer om de volledige administratie. Op 27 februari 2017 legt de inspecteur alsnog een informatiebeschikking op. De gemachtigde maakt namens de voormalig vereffenaar en de voormalige aandeelhouders op naam van de ontbonden rechtspersoon bezwaar tegen de informatiebeschikking. De inspecteur verklaart die bezwaren niet-ontvankelijk.
De rechtbank verklaart de beroepen gegrond en vernietigt de uitspraken op bezwaar en de informatiebeschikkingen. Het hof bevestigt deze uitspraak. Belanghebbende kan, omdat zij is opgehouden te bestaan, niet in verzuim zijn in de voldoening van haar verplichtingen ex art. 47, 49 en 52 AWR.
Ontvankelijkheid bezwaar
Indien een aanslag of beschikking is gegeven voor een op dat moment niet meer bestaande rechtspersoon geldt dat een civiele rechter op verzoek de vereffening kan heropenen. Bij toewijzing van dat verzoek herleeft de rechtspersoon. Nadat de vereffening is heropend, vangt de termijn voor het maken van bezwaar aan zodra deze aan de vereffenaar bekend is gemaakt.
Kan al wel bezwaar worden gemaakt?
De Hoge Raad heeft op 19 september 2003 overwogen dat een niet-ontvankelijkverklaring onder voorwaarden achterwege kan blijven. Dat gebeurt met overeenkomstige toepassing van artikel 6:10 Awb indien door de vereffenaar op naam van de ontbonden rechtspersoon bezwaar is gemaakt.
Artikel 6:10 Awb bepaalt dat niet-ontvankelijkheid van een voortijdig ingediend bezwaar- of beroepschrift achterwege blijft, als het besluit ten tijde van indiening al wel tot stand is gekomen.
Let op namens wie bezwaar wordt gemaakt
In de hiervoor beschreven zaak bij Hof Arnhem-Leeuwarden ging het goed, omdat namens de ontbonden rechtspersoon bezwaar is gemaakt door de gemachtigde in samenspraak met de vereffenaar en bestuurder.
In de zaak die diende voor de Hoge Raad op 7 juli 2017 ging dat mis. In die zaak werd door de moedermaatschappij en directeur-grootaandeelhouder beroep ingesteld op eigen naam. In dat geval leidt dat wel tot een niet-ontvankelijkheid. Het feit dat later alsnog wordt verklaard dat dit namens de ontbonden rechtspersoon is gedaan, maakt dat niet anders.
Hoe zit het dan ook alweer bij aansprakelijkstellingen?
De Hoge Raad heeft op 11 mei 2012 beslist dat het vaststellen van een beschikking tot aansprakelijkstelling van een niet meer bestaande rechtspersoon in wezen niets anders is dan het constateren dat die rechtspersoon aansprakelijk is geweest voor onbetaald gebleven belastingschulden. De Hoge Raad benadrukt dat daaruit volgt dat de bekendmaking van de beschikking aansprakelijkstelling geen vereiste is voor vaststelling. Ook is een verzoek om heropening van de vereffening van de rechtspersoon een vereiste.
De ontvanger hoeft in het geval van aansprakelijkstelling van een derde dus niet de civiele weg van heropening te volgen. Uiteraard kan een aansprakelijkgestelde wel alle formele en materiële weren voeren. Dat is vastgelegd in het zesde lid van art. 49 Invorderingswet.
De omkering en verzwaring van de bewijslast is ook niet van toepassing indien het niet aan de aansprakelijkgestelde is te wijten dat niet de vereiste aangifte is gedaan of niet aan de inlichtingen- en administratieplicht.
Op 18 september 2020 heeft de Hoge Raad wel beslist dat deze regel geen zin heeft indien de ontvanger er niet op hoefde te rekenen dat de niet meer bestaande rechtspersoon de aanslagen zou betwisten of betalen. De ontvanger hoeft dan de betaaltermijn niet af te wachten.
Kortom
- Kunt u bezwaar maken tegen een aanslag of (informatie)beschikking opgelegd aan een niet meer bestaande rechtspersoon? Ja. Let op: u kunt dit enkel doen namens of mede namens de ontbonden rechtspersoon om niet-ontvankelijkheid te voorkomen;
- Een bezwaar wordt dan behandeld als voortijdig ingediend, omdat de vereffening nog niet is heropend;
- Als vereffening is heropend en de aanslag of beschikking alsnog bekend is gemaakt aan de (eerder) ontbonden rechtspersoon, dan start de bezwaartermijn van zes weken bij bekendmaking;
- Voor de beschikking aansprakelijkstelling dient de aansprakelijkgestelde altijd binnen zes weken bezwaar te maken. Heropening van de vereffening om tot een bekendmaking te komen is dan geen constitutief vereiste;
- Als aansprakelijkgestelde kunt u wel alle weren voeren die de belastingschuldige had kunnen aanvoeren en hebt u recht op het dossier dat aan de aanslag ten grondslag ligt;
- De omkering en verzwaring van de bewijslast kan niet worden tegengeworpen aan de aansprakelijkgestelde indien het niet doen van de vereiste aangifte of het niet nakomen van de verplichtingen niet aan de aansprakelijkgestelde is te wijten.