Beursgenoteerde bedrijven zijn te vaag naar hun beleggers over de gevolgen van de coronapandemie. Dat stelt de toezichthouder Autoriteit Financiële Markten (AFM) in een vandaag gepubliceerde steekproef. De bedrijven moet beter inzicht geven over hoe de coronacrisis hen raakt. De waakhond onderzocht 26 van de 98 Nederlandse beursgenoteerde bedrijven.
Een derde ronduit slecht
Die bedrijven zijn verplicht hun halfjaarcijfers te deponeren. Volgens de AFM geven de ondernemingen vaak ook geen duidelijk uitleg bij de winst- omzetcijfers. De onderzochte bedrijven zijn geselecteerd omdat ze het meeste last hebben van de pandemie. Met als gevolg een koersdaling van 20% en een omzetdaling van minstens 10%, schrijft het FD.
Bedrijven uit diverse sectoren voldeden aan deze criteria. Waaronder banken, ingenieursbureaus tot groothandels en bierbrouwers. Slechts een kwart van de groep had de toelichting over de effecten van de pandemie op orde. Een derde deed het ronduit slecht volgens de AFM. En bij de rest was er uiteraard ook ruimte voor verbetering.
Onzekere tijden
De steekproef is meer een waarschuwing voor de ondernemingen in aanloop naar de jaarcijfers. Er zullen vooralsnog geen maatregelen volgen. Maar de slecht presterende bedrijven zijn wel per brief gewezen op hun fouten. De halfjaarcijfers zijn dan ook extra belangrijk dit jaar. Het geeft investeerders voor het eerst inzicht in de effecten van de pandemie.
De berekeningen van de bedrijven zijn niet gecontroleerd door de waakhond. De toelichtingen wel en die waren dus niet best. Juist in deze onzekere tijden zijn deze belangrijk voor de beursgenoteerde bedrijven. Beleggers moeten het eerlijke verhaal krijgen en de dilemma’s moeten transparant worden gemaakt, zegt AFM-bestuurslid Hanzo van Beusekom. ‘Dit onderzoek laat zien dat verschillende ondernemingen hier nog een extra stap moeten zetten.’
Afwaarderingen
In het voorjaar deded de Europese toezichthouders gezamenlijk een oproep aan bedrijven om meer informatie over de pandemie en mogelijk afwaarderingen te geven. Toch blijft veel onduidelijk constateert de AFM nu. Door corona moest een reeks aan bedrijven afschrijven op machines, gebouwen en andere materiële activa, omdat die in de toekomst minder geld opleveren. Maar het mes ging ook in de zogeheten goodwill.
Volgens de waakhond was bij sommige bedrijven wel duidelijk dat er sprake is van afwaarderingen maar daar schoot de toelichting dus tekort. Zo blijft onduidelijk waar de nieuwe waarde op is gebaseerd en hoeveel ruimte daar mogelijk nog in zit. De AFM noemt overigens geen namen van bedrijven die het niet goed doen.
Belastinglatenties
Een reeks van ondernemingen boekte bij de halfjaarcijfers al af op belangrijke bezittingen op de balans. Oliemaatschappij Shell zette een aantal projecten voor minder in de boeken. En Heineken waardeerde voor €550 miljoen af. Vooral in verre buitenlanden als Jamaica en Papoea Nieuw Guinea. Bijzondere regelingen kregen te weinig goede uitleg. Zoals bijvoorbeeld overheidssteun, huurkortingen en TLTRO-II (ECB-steun voor banken).
Geen van de onderzochte bedrijven was duidelijk over de zogeheten belastinglatenties. Veel bedrijven activeren uitgestelde belasting op de balans. Dat gaat dan vaak om compensabele verliezen die ze van toekomstige winst mogen aftrekken. Maar de toezichthouder trof ‘niet of nauwelijks’ een toelichting aan op dit punt.
Accountants
Opvallend weinig bedrijven schakelden een accountant in voor de beoordeling van de halfjaar cijfers. 23 ondernemingen namen een controleur in de hand. Dat is vrijwel hetzelfde aantal als vorig jaar. De controle is wettelijk verplicht voor de jaarcijfers. De Vereniging van Effectenbezitters (VEB) had bedrijven in het voorjaar opgeroepen om dit jaar wel een accountant in te schakelen, gezien de grotere vraagstukken, bijvoorbeeld rond afwaarderingen.
VEB-voorman Paul Koster noemt dat ‘heel droevig’. Hij pleit dat ook voor verplichting. Ook voor de halfjaarcijfers. ‘Juist in deze onzekere tijden moeten beleggers op de cijfers kunnen vertrouwen.’, aldus het FD.