Het kabinet en de Kamer zijn bezig met de behandeling van het Belastingplan 2021 en dus ook het dossier autobelastingen. Staatssecretaris Hans Vijlbrief noemt het een rotzooi en toonde zich dan ook onzeker tijdens het eerste overleg. Het complexe dossier heeft altijd een hoge publieke attentiewaarde en het is een onderwerp waar CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt zich graag in vastbijt.
Onsamenhangend geheel
Autobelastingen zijn brandstof voor revoluties, waarschuwde Omtzigt. ‘Voor heel veel mensen is een auto maar net te betalen. Kijk naar Frankrijk wat er gebeurt als je de accijns verhoogt in gebieden zonder openbaar vervoer. Dan gaan mensen in gele hesjes de straat op die maar net een derdehands auto kunnen betalen om naar hun werk te gaan.’
Het Nederlandse regime heeft meer dan genoeg dwalingen en inconsistenties voor dossiervreter Omtzigt. Zo zijn er de aanschafbelasting bpm, de motorrijtuigenbelasting en brandstofaccijnzen. Samen met allerlei variabele bijtellingen en fiscale subsidies vormen ze een onsamenhangend geheel van goede bedoelingen en inkomstenbronnen, schrijft het FD.
Kortingen, vrijstellingen en aftrekposten
De fiscale druk op voertuigen hangt af van belastingsoort, gewicht, aanschafwaarde, bijdrage CO₂-uitstoot en gebruik, bedrijfsmatig of privé. Alles bij elkaar zou het dit jaar, weliswaar zonder corona, zo’n €17 miljard aan belastingen hebben opgebracht. Zonder de grote hoeveelheid kortingen, vrijstellingen en aftrekposten zou dit nog veel meer zijn.
Zo hoeft er voor een Tesla en ook andere elektrische auto’s bijvoorbeeld geen bpm en motorrijtuigenbelasting te worden betaald. Daarbij ook bijna geen bijtelling. Dat kost de schatkist zo’n €530 miljoen. Daar komt voor ondernemers nog een milieu-investeringsaftrek van €5400 bij. En bestelauto’s zijn goed voor een korting van bijna €1,7 miljard op de bpm en motorrijtuigenbelasting.
Nieuwe meetmethode
De autobranche met als aanvoerders oud-politici Steven van Eijk (RAI) en Han ten Broeke (Bovag), heeft de aanval geopend op de aanschafbelasting bpm. Deze is gerelateerd aan aanschafprijs en CO₂-uitstoot. Dit maakt de meeste personenauto’s duurder in Nederland dan ze zijn in buurlanden als Duitsland en België. De parellelimport die dit veroorzaakt is een bron van ergernis voor de autobranche en Omtzigt.
De nieuwe meetmethode voor CO₂-uitstoot (WLTP) maakte aanpassingen in de bpm noodzakelijk. De omzetting zou budgettair neutraal worden doorgevoerd beloofde staatssecretaris Eric Wiebes (VVD). En de bpm zou ieder jaar met 4% zou worden verlaagd. In werkelijkheid stegen de bpm-inkomsten met 100%, zo blijkt uit een overzicht dat Vijlbrief zelf naar de Kamer stuurde.
Autonome vergroening of gesjoemel
Het zou volgens de D66-voorman komen doordat er duurdere auto’s werden gekocht die ook nog eens meer CO₂-uitstootten. Het bpm-tarief is wel degelijk ieder jaar verlaagd. En er moet worden gecorrigeerd voor de mate waarin auto’s zuiniger worden en minder CO₂-uitstoten. TNO berekende voor volgend jaar een correctiefactor van 4,2%.
Bij de uitleg voelde ook Vijlbrief zich alsof hij in een sketch van ‘Debiteuren Crediteuren’ zat. Autonome vergroening, noemen ze dat bij Financiën. RAI, ANWB en Bovag vinden het gesjoemel.
Autobrief
De bpm gaat daardoor voor heel wat auto’s met 35% omhoog volgend jaar. Dat is al snel €700 per auto. Een extra domper voor de automarkt die het al zwaar heeft. ‘Zo kunnen we de verjonging van het wagenpark wel op onze buik schrijven’, vindt VVD’er Helma Lodders. Maar die verjonging is geen doel van het kabinet, zegt Vijlbrief.
Emissie loos rijden wel en verlaging van de bpm maakt onzuinige auto’s juist weer aantrekkelijker. De staatssecretaris beloofde alvast een nieuwe ‘Autobrief’ waarin het beleid wordt herijkt ten behoeve van de formatie van het volgende kabinet. Dit wordt eenvoudiger nu de VVD ruimte biedt voor een kilometerheffing, aldus het FD.