De Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) leidt tot een beperkte toename en verschuiving van bedrijfsinvesteringen. De toename is groter dan bij alternatieve regelingen, zoals een verlaging van de verhuurderheffing. Dat blijkt uit een analyse van het Centraal Plan Bureau (CPB) in opdracht van het ministerie van Financiën.
Vergelijking BIK met vier alternatieven
Het CPB vergeleek de verwachte effecten van de BIK met vier alternatieven, namelijk de versnelde afschrijving van nieuwe bedrijfsmiddelen, de verlaging van het hoge tarief van de vennootschapsbelasting (vpb), de verlaging van de werkgeverspremie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) en de verlaging van de verhuurderheffing.
Voor de analyse werden uitgegaan van gelijke kosten voor de regelingen; vier miljard euro, verspreid over drie jaar bij de verhuurderheffing en twee jaar bij de andere maatregelen. Het CPB keek daarnaast naar een tijdelijke en permanente varianten van de maatregelen en naar gevolgen voor de werkloosheid en economische groei.
Tijdelijke toename investeringen
De tijdelijke variant van de BIK resulteert in een tijdelijke toename van investeringen en een verschuiving van investeringen van 2023 naar 2022. Het CPB voorspelt 2,4 miljard euro aan extra investeringen per jaar in 2021-2022. De economische groei neemt een beetje toe en de werkloosheid neemt iets af. In 2023-2025 daalt het bbp tot het normale niveau en neemt de werkloosheid iets toe. De permanente variant van de BIK zal zorgen voor langdurige toename van investeringen en economische groei en heeft nauwelijks gevolgen voor de werkloosheid.
Het CPB merkt op dat de effecten afhankelijk zijn van de vormgeving en context. Een subsidie of fiscale prikkel zal met name bij kleine bedrijven voor extra investeringen zorgen. Een regeling die is gericht op kleine bedrijven kan dus een groter effect hebben. De coronacrisis heeft bovendien invloed op de effecten. In een tijd van onzekerheid en slechte vooruitzichten zijn bedrijven minder gevoelig voor kleine fiscale prikkels, aldus het CPB.
Versnelde afschrijving minder effectief
Een tijdelijke en een permanente regeling voor de versnelde afschrijving van nieuwe investeringen hebben vergelijkbare effecten als de BIK-varianten. Volgens het CPB is de versnelde afschrijving echter minder effectief in een crisiscontext. “Als een bedrijf door de versnelde afschrijving verlies maakt voor de winstbelasting en dit verlies niet meteen kan verrekenen, neemt het voordeel af, omdat het effect van de versnelde afschrijving deels pas kan worden benut als het bedrijf weer winst maakt,” aldus het CPB in een toelichting.
Klein effect door tijdelijke verlaging vpb
De tijdelijke verlaging van de vennootschapsbelasting heeft volgens het CPB maar een klein effect op investeringen. “Onzekerheid over het toekomstige tarief kan het stimulerende effect van een vpb-verlaring deels teniet doen,” schrijft het CPB. Een permanente verlaging zorgt voor een toename in investeringen met ongeveer 1,6 miljard euro in 2021 en 2022. Daarna neemt het investeringsniveau iets sneller af dan bij een permanente investeringskorting. Het effect op de werkloosheid is klein.
Daling werkloosheid bij verlaging Aof
Een verlaging van de Aof-premie heeft het meeste effect op de werkloosheid, namelijk een geleidelijke daling bij de permanente variant. Bij de tijdelijke variant is er een kans dat vooral tijdelijke banen worden gestimuleerd. Een lagere Aof-premie zal naar verwachting resulteren in hogere bedrijfsinvesteringen en iets meer consumptie en uitvoer. De economische groei wordt positief beïnvloed door de verwachte loonstijging na loononderhandelingen.
Gering effect door lagere verhuurderheffing
Een permanente verlaging van de verhuurderheffing zorgt voor een toename van woninginvesteringen door bedrijven en corporaties met 0,5 miljard euro en een beperkte toename van overige bedrijfsinvesteringen. Een tijdelijke verlaging heeft een gering effect op de investeringen in woningen en een verwaarloosbaar effect op andere investeringen. De gevolgen voor de werkloosheid en economische groei zijn in beide varianten verwaarloosbaar.