Waarschijnlijk zullen de twee grootste Nederlandse pensioenfondsen, ABP en PFZW, toch de pensioenen moeten verlagen. De financiële positie van de fondsen is nog onvoldoende hersteld. Daarom is de kans op kortingen in het komende jaar reëel. Voor het ambtenarenfonds ABP zou dat zo’n 15 euro netto minder per maand kunnen betekenen.
Onzekere tijden
De beleggingen van ABP eindigden afgelopen kwartaal wel in het groen maar de dekkingsgraad bleef hangen op 88 procent. Oftewel voor elke euro aan toekomstige pensioenverplichting zit er 88 cent in de kas. De tijdelijk verlaagde minimumgrens van 90 procent werd ook niet bij PFZW gehaald. Daar bleef het steken op 88,5 %, dat schrijft Trouw.
Als de dekkingsgraad van een fonds daar eind van dit jaar onder blijft, moet er gekort worden. Het zorgfonds houdt vanwege de dalende rente dan ook serieuze rekening met kortingen. Ook zal de premie waarschijnlijk omhoog moeten. PFZW-directeur Peter Borgdorff zegt dat het spannend wordt wat er in het laatste kwartaal gaat gebeuren. Behalve de pandemie maken de aanstaande Amerikaanse presidentsverkiezingen het een onzekere tijd.
Instabiele markten
De metaalfondsen staan er iets beter voor. De dekkingsgraden zijn bij PMT en PME gestegen tot ruim 92 en bijna 84 procent. Maar ook daar bestaat de kans dat deze voor het eind van het jaar wegzakken tot onder de 90 procent. “We houden rekening met instabiele financiële markten.”, zegt PME-bestuurder Eric Uijen.
Het ministerie en toezichthouder zijn nog bezig met het bedenken van nieuwe spelregels die gelden voor de overgangsperiode tot de ingang van het nieuwe stelsel. In het kader daarvan schreef minister Wouter Koolmees onlangs nog aan de Kamer dat er “geen onnodige pensioenverlagingen” zullen komen de komende jaren.