Recent heeft het kabinet het belastingplan 2021 gepresenteerd, met daarin de wijziging van artikel 10a Wet op de vennootschapsbelasting. Met deze wijziging wordt beoogd de onder artikel 10a vallende valutawinsten niet langer vrij te stellen.
Hoe werkt 10a?
In artikel 10a is een aftrekbeperking opgenomen voor renten, kosten en valutaresultaten die zien op schulden aan een verbonden lichaam die verband houden met:
- een winstuitdeling of teruggaaf van gestort kapitaal;
- een kapitaalstorting;
- de verwerving of uitbreiding van een deelneming.
Indien aan de schuld geen zakelijke overwegingen ten grondslag liggen, en de ontvangen gelden bij de schuldeiser niet tegen een naar Nederlandse maatstaven redelijke heffing zijn belast, zijn de renten, kosten en/of valutaresultaten niet aftrekbaar.
Hoge Raad
In 2012 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat onder valutaresultaten zowel valutaverliezen als valutawinsten vallen. Daarnaast heeft de Hoge Raad bepaald dat valutaresultaten die zien op besmette geldleningen integraal onder de werking van artikel 10a vallen. Deze valutawinst is derhalve vrijgesteld.
Belastingplan 2021
In het belastingplan 2021 heeft het kabinet voorgesteld om artikel 10a uit te breiden met een achtste lid. In het achtste lid wordt opgenomen dat per besmette geldlening beoordeeld dient te worden of sprake is van een bate of last. Indien sprake is van een bate, valt deze niet langer onder de werking van 10a en is deze niet vrijgesteld.
Voorbeeld:
Stel: een belastingplichtige heeft vijf besmette geldleningen op de balans staan. Op drie geldleningen is een valutaverlies behaald van € 100 per geldlening en op twee geldleningen is een valutawinst behaald van € 100. Per saldo is er een een valutaverlies op besmette geldleningen van € 100.
Doordat de toets per geldlening plaatsvindt, valt niet het uiteindelijke saldo onder de aftrekbeperking, maar wordt per geldlening beoordeeld of er sprake is van een bate of een last. In bovenstaand voorbeeld wordt 3 x € 100 beperkt in aftrek en blijven de baten ad € 200 tot de belastbare winst behoren.
Hoewel het zeer goed zou kunnen dat de geldleningen in het bovenstaande voorbeeld dusdanig aan elkaar gelieerd zijn dat sprake is van één geheel, worden de valutaverliezen niet in aftrek toegelaten.
Ook in situaties waarin in jaar 1 een valutaverlies wordt geleden en in jaar 2 een valutawinst wordt gerealiseerd, is het verlies in jaar 1 niet aftrekbaar, terwijl de winst in jaar 2 wel belast is. Dit botst met het totaalwinstbeginsel.
Conclusie
Het kabinet toont zich een slecht verliezer en ‘repareert’ de in hun ogen ongewenste werking van artikel 10a. Door deze wetswijziging gaat het kabinet voorbij aan het totaalwinstbeginsel. Het zou het kabinet sieren om het totaalwinstbeginsel te respecteren en te accepteren dat een bepaalde aftrekbeperking in sommige situaties in het voordeel van de belastingplichtige kan uitvallen. Daarnaast bevreemdt het mij dat gekozen wordt voor een per element benadering in plaats van een per saldo benadering. De belastingplichtige met meerdere besmette geldleningen kan hierdoor onevenredig hard geraakt worden.