Het plan van minister Wopke Hoekstra van Financiën om meer hypotheekruimte te bieden aan tweeverdieners kan niet op steun rekenen van de toezichthouders Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank (DNB). Zeker vanwege de coronacrisis zou de overheid er geen goed aan doen om meer leenruimte te geven. Huishoudens kunnen dat geld beter achter de hand houden.
Advies Nibud
Zo luidt de conclusie van de twee toezichthouders in een gezamenlijke reactie op het conceptwetsvoorstel. ‘De coronacrisis en de daarmee samenhangende recessie onderstrepen het belang van prudente leennormen.’ Het verminderen van financiële kwetsbaarheden voor huishoudens moet prioriteit krijgen vinden de toezichthouders. ‘Gegeven de onzekere economische vooruitzichten past het niet om iedere stijging van het netto inkomen van tweeverdieners beleenbaar te maken.’
Precies dat laatste wil minister Hoekstra. Hij neemt daarmee het advies van het Nibud over. Het budgetadviesorgaan stelt dat tweeverdieners meer zijn gaan verdienen en daarin zou de leenruimte wat omhoog kunnen. De hogere inkomsten zijn onder andere het gevolg van belastingmaatregelen zoals de afbouw van de overdraagbare heffingskorting voor de minstverdienende partner, oftewel de aanrechtsubsidie.
Tweede inkomen
Met de hogere inkomens kunnen tweeverdieners dus ook meer uitgeven aan woonlasten. Vanaf 2016 is het tweede inkomen steeds zwaarder mee gaan tellen in de som die bepaalt hoeveel stellen maximaal kunnen lenen voor een hypotheek. Die trend wordt volgend jaar dus mogelijk voortgezet. Huishoudens zouden dan 90% in plaats van 80% van het laagste inkomen kunnen laten meerekenen in het inkomen dat wordt gekoppeld aan de zogeheten woonquote. Een paar jaar terug was dit nog 30%.
Daarmee kunnen veel tweeverdieners een iets hogere hypotheek krijgen. Dat zou bij een lening van drie ton al snel zo’n €10.000 extra betekenen. Volgens beide toezichthouders een slechte zaak. De twee wijzen op een eerder DNB-onderzoek naar de gevolgen van de maatregel. Het zou leiden tot structureel hogere huizenprijzen en hypotheekschulden. Niet tot de beoogde betere toegang tot de woningmarkt.
Studieschuld
Dat is ook de reden dat zowel DNB als de AFM ook niets zien in een het plan om de studieschuld minder zwaar te laten wegen bij de berekening van de maximale hypotheek. De vaste wegingsfactor die hypotheekverstrekkers zes jaar geleden bepaalden is sindsdien niet meer veranderd, dat terwijl de rentes daalden.
Vanwege dat laatste stellen het Nibud en financiën voor de wegingsfactor afhankelijk te maken van rentepercentages. Vanwege de extreem lage rente zou die factor nu een stuk lager uitkomen dan voorheen. Oftewel mensen met een studieschuld kunnen een iets hogere hypotheek krijgen. En precies dat willen de toezichthouders niet: een hogere hypotheekruimte, aldus het FD.