De begrotingsplannen voor 2021 zijn voordelig voor het Midden- en Kleinbedrijf, dat een belastingverlichting kan verwachten. Grote bedrijven worden zwaarder belast, maar krijgen een voordeel bij investeringen. Het fiscale voordeel voor zelfstandigen wordt verminderd. Dat schrijft het Financieel Dagblad (FD) op basis van bronnen over de Miljoenennota.
Daling laag tarief winstbelasting
Volgens de krant gaat het lage tarief van de winstbelasting omlaag van 16,5 procent naar 15 procent. De schijf wordt vanaf volgend jaar bovendien stapsgewijs verlegd naar winsten tot 400.000 euro in plaats van de huidige 200.000 euro. De structurele lastenverlichting van 1,3 miljard euro is vooral in het voordeel van kleinere bedrijven. Het hoge tarief voor de winstbelasting blijft 25 procent, ondanks eerdere plannen voor een verlaging.
De regering wil daarnaast grote bedrijven en multinationals zwaarder belasten, omdat die vaak weinig of geen belasting in Nederland betalen, schrijft het FD. Wel wordt op verzoek van werkgeversorganisaties een extra aftrek voor investeringen geïntroduceerd; de Baangerelateerde Investeringskorting of BIK. De regeling is vergelijkbaar met het bestaande fiscale voordeel voor onderzoek en ontwikkeling.
Zelfstandigenaftrek wordt verlaagd
Voor zelfstandigen pakken de plannen slechter uit. De zelfstandigenaftrek wordt verlaagd naar 3200 euro. Toch zal dat vaak geen directe invloed hebben op de koopkracht, schrijft de krant. De arbeidskorting stijgt en het lage tarief voor de inkomstenbelasting daalt tot 36,9 procent. Het personeel in de zorg krijgt in 2021 een bonus van 500 euro in aanvulling op de bonus van 1000 euro in 2020.
Het FD noemt verder maatregelen op de woningmarkt. Starters die niet ouder zijn dan 35 jaar worden vrijgesteld van de overdrachtsbelasting. Ter compensatie moeten beleggers op de woningmarkt vanaf 1 januari een overdrachtsbelasting van 8 procent gaan betalen. De aankoopbelasting voor bedrijfspanden stijgt van 6 naar 8 procent. Tot slot is er een voordeel voor spaarders. De vrijstelling van de belasting op vermogen stijgt naar 100.000 euro voor paren en 50.000 voor individuen.