Ondanks de versoepelingen moeten sommige grote pensioenfondsen waarschijnlijk toch korten op de uitkeringen. Behalve als minister Koolmees nogmaals ingrijpt. De minister heeft de fondsen inmiddels al twee keer een adempauze gegeven om niet te hoeven korten op de uitkeringen van miljoenen deelnemers.
Kortingsregels
Afgelopen november werden de kortingsregels voor 2020 versoepeld en deze zomer werd dit regime verlengd tot in 2021. Maar een coronacricris verder lijkt dat niet genoeg. De fondsen komen vermogen tekort. Een extra versoepeling lijkt onvermijdelijk. Daar zullen de vakbonden en ouderorganisaties om vragen.
Financieel dienstverlener Aon berekende dat alle fondsen samen een gemiddelde dekkingsgraad hebben van 93 procent. Met andere woorden: gemiddeld heeft een pensioenfonds 93 cent in huis voor elke euro die het zijn deelnemers aan pensioen heeft beloofd, dat schrijft Trouw. De dekkingsgraad van ABP (overheid en onderwijs) was 31 juli 85,1% voor PFZW (zorg) was dit 85,8.
Lage lat
De lat ligt al lager voor dit en volgend jaar. Een dekkingsgraad van 90% procent is voor nu goed. De grote fondsen die samen goed zijn voor zo’n vijf miljoen werkenden en gepensioneerden zitten daar dus flink onder. De voorspelling is dat de actuele cijfers die de twee fondsen gaan presenteren ongeveer gelijk zullen blijven.
Als daar geen verandering in komt kunnen gepensioneerden een korting van 5 procent verwachten. Hoewel de fondsbestuurders de pijn kunnen verdelen door het over meerdere jaren te verspreiden. Daarbij ligt de peildatum nog ver van ze af. Op 31 december zal worden gekeken of de dekkingsgraad het gewenste niveau heeft bereikt.
Rentestand
Maar of alles op tijd hersteld is nog maar de vraag. Dat hangt af van beleggingsrendementen en de rentestand. Bij de berekening wordt namelijk gekeken naar de stand van rente op tienjarige staatsleningen. Hoe lager de stand hoe meer vermogen nodig is. Er valt daarbij niet op te beleggen tegen een kleine daling van de rente. Lage en dalende rentes zijn vandaag de dag helaas een contante realiteit.
De mogelijke kortingen bij de fondsen in combinatie met een minder snelle stijging van de AOW-uitkering zou wel eens een dalende koopkracht kunnen betekenen voor veel ouderen. Werk aan de winkel voor Koolmees dus. Een optie zou zijn om de lat tijdelijk nog lager te leggen. Maar dat ziet niet iedereen zitten.
Toekomstig rendement
De fondsen zouden het liefst al starten met de rekenmethodes uit het aanstaande stelsel. Daarin mogen ze nu al een klein deeltje van het toekomstig verwachte beleggingsrendement uitkeren. Dat zou op korte termijn een hoop trammelant schelen. Maar dat ziet de minister niet zitten.
Eenvoudig gezegd omdat het nieuwe pensioenstelsel er nog niet is. Het uitdelen van toekomstig rendement is niet te rijmen met de afspraken binnen het oude stelsel. Maar er zijn verkiezingen in zicht en wanneer de minister niet ingrijpt maakt hij zichzelf niet erg populair, aldus Trouw.