Een accountant van Baker Tilly is voor een maand geschorst door de tuchtrechter. De medewerker van het kantoor zou ‘onvoldoende kritisch en zorgvuldig’ zijn geweest in de zaak rondom de vastgoedfondsen Weststaete/Regge. Vijf jaar geleden kregen de oprichters en bestuurders van de fondsen celstraffen opgelegd.
Duits vastgoed
Reden voor de veroordeling is 2015 was dat er volgens de strafrechter sprake was van ‘een piramidespel’. Beleggers kregen rendementen betaald van de inleg van nieuwe beleggers, omdat de fondsen in werkelijkheid verlieslatend waren. Het ging hoofdzakelijk om appartementen en een hotel, allemaal gelegen in Duitsland. De inleg waarmee is gefraudeerd bedroeg €24 miljoen, zo’n zevenhonderd beleggers raakten gedupeerd, dat schrijft het FD.
Het Fiod maakte een einde aan de praktijken. De hoofdverdachte Hans J. en zijn zoon Maikel uit Soest werden samen met vier andere betrokkenen veroordeeld tot celstraf. De fondsen waren vervolgens een half jaar onbeheerd en gingen failliet. Volgens curator Hans Hendriks was het een grote chaos. Nu vier jaar later is bijna alles verkocht op het hotel na.
Aansprakelijkheidsprocedure
Tijdens het faillissementsonderzoek kwam de vraag of de accountant van Baker Tilly de fraude niet eerder had kunnen ontdekken naar boven. En dus ook geen goedkeuring voor de jaarrekeningen had mogen geven. Deze vragen werden bij de tuchtrechter gelegd misschien als voorschot op een aansprakelijkheidsprocedure tegen Baker Tilly.
De curatoren vroegen in het bijzonder aandacht voor het geknoei met waardebepalingen van vastgoed in de boeken. Als voorbeeld haalde de curatoren een Duits pand aan dat in augustus 2010 voor €2,1 miljoen werd gekocht en een jaar later voor €2,95 miljoen in de boeken stond. De accountant liet niet controleren of deze stijging in waarde marktconform was.
Onzorgvuldig en onvoldoende betrokken
Behalve die nalatigheid waren er ook nog opvallend hoge kosten bij vastgoedtransacties. Bij een transactie van €1 miljoen werden opgeteld €700.000 aan kosten zijn gedeclareerd. Daarbij wilde de accountant een herstelplan wegens de liquiditeitsproblemen. Dat bestond uit de oprichting van een nieuw fonds van €25 miljoen. Dat fonds zou dan de oudere fondsen moeten financieren. De piramide in beeld aldus de curatoren.
De Accountantskamer oordeelt dan ook dat de accountant ‘onvoldoende kritisch is geweest en onzorgvuldig heeft gehandeld bij de door hem uitgevoerde controle. Op belangrijke momenten onvoldoende betrokken en heeft hij niet gereflecteerd op informatie die hij tijdens de controle kreeg’, schrijft de tuchtrechter.
De accountant kan nog in beroep tegen deze uitspraak. Advocaat Jan Garvelink laat weten dat zijn cliënt zich daarop zal beraden, aldus het FD.