Het moet minder makkelijk worden voor belastingbetalers om informatie achter te houden voor de Belastingdienst. Belastingplichtigen kunnen zich nu gemakkelijk verschuilen achter het beroepsgeheim van hun advocaat en notaris. Dat stelt het kabinet. Daarnaast moet het duidelijker worden voor juristen wanneer zij zich op hun verschoningsrecht kunnen beroepen in belastingkwesties.
Het verschoningsrecht
Staatssecretaris Hans Vijlbrief heeft een wetsvoorstel voor aanpassing van het fiscale verschoningsrecht gepubliceerd. Het voorstel staat tot 23 oktober open ter consultatie. Het voorstel moet belastingontwijking moeilijker maken. In 2017 kondigde toenmalig staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes de wetswijziging al aan. De wijziging was onderdeel van het pakket dat Wiebes samenstelde in reactie op de Panama Papers, dat schrijft het FD.
Het voorstel van Vijlbrief is om het zogeheten afgeleide verschoningsrecht te beperken. Dit recht is afgeleid van het verschoningsrecht van hun advocaat of notaris. Belastingplichtigen kunnen zich op dit recht beroepen om geen informatie aan de Belastingdienst hoeven te geven. Advocaten en notarissen hoeven als vertrouwenspersonen geen informatie over hun cliënten te delen met de autoriteiten, zover zij over die informatie beschikken door de uitoefening van hun beroep.
Niet eerlijk
In de toelichting schrijft de staatssecretaris dat het kabinet het grote belang van het verschoningsrecht erkent. Het nationale en internationale belang van fiscale transparantie is ook erg belangrijk. Voor die transparantie moet de fiscus beschikken over de feiten die van belang zijn voor belastingheffing en -invordering.
Het is nu al zo dat belastingplichtigen niet zomaar hun hele administratie met advocaten of notarissen kunnen delen. Met als reden om het buiten bereik van de fiscus te houden. Dat geldt wel voor informatie waarover zij beschikken wegens hun vertrouwensfunctie. Dan zijn ook hun cliënten niet verplicht die informatie af te staan.
Uitgangspunt
Dat moet anders stelt het kabinet. Het uitgangspunt is dat stukken die belastingbetalers moeten verstrekken zonder dat er een advocaat of notaris bij is betrokken, ook aan de fiscus moeten worden gegeven door belastingplichtigen die wel een jurist hebben ingeschakeld. Het gaat dan om bijvoorbeeld jaarverslagen, accountantsverklaringen en rekeningafschriften, schrijft Vijlbrief.
Naast de verbeterde transparantie is het ook niet eerlijk dat de ene belastingplichtige zulke stukken niet aan de fiscus hoeft te geven, enkel vanwege de overlegging aan een notaris of advocaat terwijl iedere andere belastingbetaler dat wel moet. Ook moet het beroepsgeheim duidelijker worden. Het recht op geheimhouding geldt alleen voor gegevens en inlichtingen die rechtstreeks verband houden met de juridische dienstverlening. Er kan geen beroep worden gedaan wanneer wordt opgetreden als belastingadviseur, aldus het FD.