Naar aanleiding van de brief van de Algemene Rekenkamer heeft de Tweede Kamer een aantal vragen gesteld over de fiscale stimulering van elektrische auto’s. Zo zou bijvoorbeeld het overgrote deel van de stimulering sinds 2007 naar niet volledig elektrische voertuigen zijn gegaan, zoals plug-in hybrides. Staatssecretaris – Fiscaliteit en Belastingdienst Hans Vijlbrief heeft afgelopen maandag in een brief op de schriftelijke vragen gereageerd.
Fiscale stimulering
Sinds de Wet uitwerking Autobrief I worden volledig elektrische auto’s (EV), zeer zuinige (gewone hybride) auto’s en plug-inhybride auto’s (PHEV) met verschillende maatvoering fiscaal gestimuleerd. Daarbij is rekening gehouden met de marktontwikkelingen schrijft Vijlbrief. Bij de start was het aanbod van volledig elektrische auto’s en PHEV (zeer) beperkt.
Daarom in eerste instantie ingezet op de aanschaf van hybride auto’s. Vervolgens is ook ingezet op PHEV, deze werden destijds gezien als een tussenstap naar volledig elektrische auto’s. Met de toename van het aanbod van EV is fiscale stimulering steeds meer ingezet op deze voertuigen. Daarbij is het aanbod van EV in het middensegment ontzettend toegenomen.
Zeer beperkt beeld
In het Klimaatakkoord wordt meer gericht op de particuliere markt om de volledig elektrische auto’s ook voor de particulier bereikbaar te maken. Er is dan ook een daling in nieuw-verkopen van PHEV en het aantal nieuw-verkopen van EV neemt juist toe. De korting op de bijtelling zorgt ook voor meer nieuw-verkopen van EV. Maar doordat meer zakelijke rijders ervoor kiezen om de elektrische auto ook privé te gaan rijden, komen er dus extra auto’s in de bijtelling en zijn er dus extra opbrengsten in de bijtelling.
Vanaf de Miljoennota 2018 worden de kosten van de stimulering van elektrisch rijden apart gemonitord, op advies van de Algemene Rekenkamer. Volgens het kabinet geeft de berekening van de Algemene Rekenkamer een zeer beperkt beeld van de kosten en effecten van het beleid. Omdat geen rekening wordt gehouden met gedragsveranderingen kan het ook niet worden gebruikt als uitgangspunt voor beleid.
Focus op CO2
Bovendien ontstaat door de benadering van de Algemene Rekenkamer een eenzijdige focus op CO2, terwijl emissievrije auto’s ook andere waardevolle voordelen voor de Nederlandse maatschappij met zich meebrengen. Bijvoorbeeld de verbetering van de luchtkwaliteit, vermindering van geluidsoverlast, verminderde afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en innovatiekansen voor Nederlandse bedrijven die investeren in de ontwikkeling van emissievrije technieken, schrijft Vijlbrief.
Verder ziet het kabinet de fiscale stimulering van emissievrije auto’s als een initiële investering in de transitie naar emissievrij rijden. De Algemene Rekenkamer betrekt al deze effecten niet in de analyse.
Emissievrij in 2030
In het Klimaatakkoord is een nieuw stimuleringspakket voor elektrische auto’s afgesproken, waarmee de fiscale stimulering uit Autobrief II met stapsgewijze uitfasering wordt doorgezet tot en met 2025. Daarmee wordt een substantiële eerste stap gezet richting de ambitie uit het Regeerakkoord van 100% emissievrij nieuw-verkopen in 2030.
Naar de markt voor elektrische auto’s is nog jong en daarmee zijn de ontwikkelingen onzeker. In 2022 en 2024 zal de stimulering van het Elektrisch rijden worden geëvalueerd, aldus Vijlbrief.