Minister Stientje van Veldhoven van Binnenlandse Zaken neemt snelle maatregelen om dreigende misgelopen inkomsten voor de staatskas te voorkomen. Een wetswijziging moet vóór 1 juli 2020 door het parlement worden geloodst. De wijziging moet met terugwerkende kracht ingaan per 1 januari aanstaande. De misgelopen inkomsten zouden kunnen oplopen tot €1,8 miljard.
Het gelijkheidsbeginsel
De wetswijziging moet ervoor zorgen dat verhuurders die mede-eigenaar zijn van huurwoningen weer gewoon verhuurdersheffing gaan betalen. In juni 2018 oordeelde de Hoge Raad dat de wijze waarop de heffing in de wet is geregeld bij mede-eigendom in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Sinds die uitspraak van de hoogste belastingrechter vallen huurwoningen met meerdere eigenaren buiten de heffing, dat schrijft het FD.
Steeds meer verhuurders proberen onder de verhuurdersheffing uit te komen schrijft Van Veldhoven aan de Tweede Kamer. Dit doen ze door een beroep te doen op het onderscheid tussen volle eigendom en mede-eigendom. ‘Ingeval dit betoog in eventuele procedures gehonoreerd zou worden, kan dit in potentie leiden tot een derving van € 1,8 miljard (namelijk de gehele opbrengst van de verhuurdersheffing) voor het heffingsjaar 2020’, aldus de minister.
Terugwerkende kracht
Eind 2013 wees fiscalist Cor Overduin van Grant Thornton al op de weeffout in de verhuurderheffing. Daarbij drong na het arrest van de Hoge Raad de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) aan op aanpassing van de wet.
Wetgeving met terugwerkende kracht is niet ongewoon bij belastingen. Bij juristen stuit terugwerkende kracht echter op kritiek, omdat dit de rechtszekerheid aantast, aldus het FD.