De regering gaat meer vrijstellingen, kortingen en teruggaveregelingen voor de autobelastingen heroverwegen. Een aantal van de bijzondere regelingen sluit niet aan bij de twee doelstellingen van de autobelastingen, namelijk stabiele inkomsten en de ondersteuning van de luchtkwaliteits- en klimaatdoelen. Dat schrijft staatssecretaris Menno Snel van Financiën aan de Tweede Kamer.
Regelingen zijn contraproductief
Snel reageert op het rapport Autobelastingen als beleidsinstrument van de Algemene Rekenkamer (ARK). De ARK concludeert dat de meeste bijzondere regelingen niet bijdragen aan de doelen van de autobelasting of zelfs contraproductief zijn. Een voorbeeld zijn belastingvoordelen die het aantrekkelijk maken om te rijden met een auto op diesel of aardgas. Met name bij oude regelingen is soms helemaal niet te achterhalen waarom ze ooit zijn geïntroduceerd.
De ARK adviseert om de bijzondere regelingen te heroverwegen. Er zou gekeken moeten worden naar de bijdrage aan klimaatdoelen, maar ook naar de wens van stabiele opbrengsten voor de overheid. Daarnaast zou de regering moeten kijken naar mogelijke alternatieven maatregelen, die hetzelfde doel hebben als belastingvoordelen. Tot slot moet er rekening gehouden worden met de kosten voor de uitvoering van bijzondere regelingen.
Autobelastingen veroorzaken ongelijke druk
Staatssecretaris Snel is positief over de aanbevelingen. Bijzondere regelingen hebben soms een negatief effect op het beleid en doelen van de autobelasting. “Daarnaast kunnen deze bijzondere regelingen leiden tot ongelijke belastingdruk tussen burgers en bedrijven en maken ze het stelsel complexer”, schrijft hij in een reactie.
Een evaluatie van de Motorrijtuigenbelasting (MRB) en de Belasting van Personenauto’s en Motorrijwielen (BPM) stond al gepland voor 2020. De opmerkingen van de Algemene Rekenkamer worden daarin meegenomen. Snel wijst daarnaast op maatregelen die de regering al eerder heeft genomen, zoals een verlaging van de MRB-korting voor ondernemers met een bestelbus en de afschaffing van de BPM-teruggave voor taxi’s.
Rekenkamer vraagt onderbouwing voor bijtellingen
De Rekenkamer wilde ook een betere onderbouwing van de bijtelling voor het privégebruik van een auto van de zaak. Eerder vroegen de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling en het Planbureau voor de Leefomgeving aandacht voor dit onderwerp. Het privégebruik van een zakenauto zou namelijk onevenredig veel voordeel kunnen opleveren. Een betere onderbouwing helpt het parlement bij haar controlefunctie, aldus de ARK.
Snel schrijft dat de Nederlandse regering heeft gekozen voor een combinatie van verschillende methodes. Het huidige bijtellingspercentage van 22 procent valt binnen een bandbreedte. Het gebruik van een auto van de zaak levert zo niet oneerlijk veel meer voordeel op dan het gebruik van een privé auto. “Het blijft echter een forfaitaire benadering die per definitie niet in alle gevallen een correcte weergave zal zijn van het individuele genoten voordeel van het privégebruik van de auto van de zaak,” aldus de staatssecretaris.