Erfenissen en schenkingen zorgen voor de verplaatsing van vermogen van generatie op generatie, maar niet voor meer vermogensongelijkheid binnen de samenleving. Dat concludeert het Centraal Planbureau (CPB) op basis van cijfers in de periode van 2007 tot en met 2015. Uit die cijfers blijkt ook dat vermogende huishoudens evenveel belasting betalen over schenkingen en erfenissen als minder vermogende huishoudens.
CPB wilde inzicht in Nederlandse situatie
De CPB-onderzoek volgt op de publicatie van Capital in the Twenty-first century van de Franse econoom Thomas Piketty. Hij betoogde dat erfenissen en schenkingen voor een groeiende vermogensongelijkheid zorgen. Het CPB wilde daarom meer feitelijk inzicht in de Nederlandse situatie, inclusief het effect van fiscale regelingen. De conclusie staat in het rapport Effect van erfenissen en schenkingen op vermogensongelijkheid en de rol van belastingen.
Vermogen verschuift van oud naar jong
Het CPB schrijft dat vermogende huishoudens een grote kans hebben op een erfenis of schenking dan huishoudens met een laag vermogen. Het effect op vermogensongelijkheid is echter klein. De schenkende huishoudens hebben een groter vermogen dan de ontvangers. In de praktijk gaat het daarom om de verschuiving van bezit van een oudere vermogende generatie naar een jongere minder vermogende generatie.
Het effect blijft ook beperkt omdat huishoudend met een laag vermogen of schulden weliswaar minder schenkingen en erfenissen krijgen, maar het verschil van die bedragen of bezittingen met hun eigen vermogen is groter dan bij ontvangers met meer geld. De CPB schrijft dat ongelijkheid deels wordt doorgegeven, maar dat het vermogen zich uiteindelijk verspreid over nieuwe gevormde huishoudens, bijvoorbeeld als mensen een relatie aangaan.
Besparing door spreiding van schenkingen
Het CPB keek ook naar het effect van belastingregelingen. De meeste erfenissen en schenkingen gaan van ouder naar kind, Hierbij wordt gebruik gemaakt van belastingvrijstellingen. Bij schenkingen is er een oververtegenwoordiging van bedragen die vallen onder de vrijstellingsgrens. Huishoudens besparen schenkbelasting door grote schenkingen over meerdere jaren te spreiden.
Het CPB schrijft verder dat er weinig variatie zit in de omvang van erfenissen of schenkingen. Vermogende huishoudens hebben een grotere kans op een erfenis of schenking, maar ontvangen dezelfde bedragen als huishoudens met minder geld. Beide categorieën betalen een vergelijkbare belasting. In 2015 was de gemiddelde belastingdruk 12 procent voor erfenissen en 6 procent voor schenkingen. Bedrijven die gebruik maakten van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) hadden een belastingdruk van 1,1 procent.