“Er zitten twee kanten aan de medaille van de cafetariaregeling”, stelt een medewerker van de Belastingdienst tijdens de intermediairdagen. Een cafetariaregeling biedt werknemers de mogelijkheid om brutoloon in te ruilen tegen onbelaste vergoedingen of verstrekkingen, bijvoorbeeld een leaseauto. “Als je als werknemer in privé een auto leaset en je vraagt alle kosten terug van de werkgever, onder gelijktijdige verlaging van je brutoloon, dan noemen we dat een cafetariaregeling.”
Alle kosten vergoeden
Er zitten specifieke regels aan de cafetariaregeling. “Als de werkgever álle autokosten vergoed van de werknemer, dan wordt dit gelijkgeschakeld met het ter beschikking stellen van een auto door de werkgever. Kortom: het autokostenforfait en bijtellingsregeling zijn dan van toepassing. Dit geldt alleen als de werkgever echt alle kosten vergoed, dus ook incidentele kosten. Anders is er ook geen sprake van terbeschikkingstelling. De cafetariaregeling biedt zeker voordelen voor de werkgever en werknemer. Maar zoals elke medaille: er zitten twee kanten aan.”
Voordeel: kostenbesparing
De regeling biedt zeker een aantal voordelen voor de werkgever en werknemer. “Voor de werknemer is het voordeel dat hij beter gebruik kan maken van de fiscale mogelijkheden. Hij levert belast brutoloon in, en krijgt er een onbelaste prestatie voor terug. En voor de werkgever geeft de verlaging van het brutoloon ook mogelijkheden. Hij hoeft minder premies of pensioen af te tikken.”
Laten we inzoomen op de werknemer. “Die sluit een private leasecontract af voor een elektrische auto ter waarde van 45.000 euro. Daar betaalt hij 640 euro per maand voor. Voor de stroom en laadpaal betaalt hij daarnaast 75 euro per maand. Hij stapt naar zijn werkgever en zegt: ik wil die kosten graag vergoed hebben. Wat gebeurt er dan?”
“Stel dat deze werknemer een bruto maandloon heeft van 5.600 euro. Dan wordt er 640 euro leasekosten en 75 euro voor de stroom en laadpaal in mindering gebracht. De werknemer rijdt ook privé en moet daarom 150 euro bijtelling betalen per maand. Het fiscale loon wordt dan iets lager. Als je ziet wat het verschil in loonheffing is tussen het oorspronkelijke bruto maandloon en het fiscale loon, dan heeft de werknemer maandelijks een voordeel van 233 euro in dit geval. Dus: het werkt gunstig uit voor de werknemer.
Nadelige gevolgen cafetariaregeling
Maar nu komt de andere kant van de medaille. “Voor het totaalplaatje moet je naar meer zaken kijken. Het brutoloon wordt dus verlaagd. Dit heeft gevolgen voor de dertiende maand, vakantiegeld en de jubileumuitkering. Het heeft ook gevolgen voor de pensioenopbouw en voor de rechten die hij heeft in het kader van WW- of arbeidsongeschiktheidsuitkering. Als de werknemer bovendien de auto veel privé gaat gebruiken, worden die kosten uiteindelijk hoger dan het bruto forfait. Dan krijg je een andere heffing en een andere bijtelling, waardoor het effect van die cafetariaregeling teniet kan worden gedaan.”
“Waar je ook rekening mee moet houden, is dat het afsluiten van zo’n private-leasecontract leidt tot een BKR voor de werknemer. Dat kan gevolgen hebben voor zijn kredietwaardigheid. Daarbij komt ook dat de werknemer in het voorbeeld te maken heeft met een lage bijtelling. Maar dat verandert na 60 maanden. Dan kan het voordeel ook verdwijnen. En last but not least: de werkgever heeft uiteraard geen recht op vooraftrek van btw, want de kosten zijn aan de werknemer in rekening gebracht.”