Nederland blijkt minder populair als doorvoerland van crimineel geld dan werd gedacht. Ieder haar wordt voor €13 miljard aan crimineel geld witgewassen in ons land. Dat blijkt uit onderzoek van hoogleraar Brigitte Unger van de Universiteit van Utrecht.
1,6% van het bbp
Unger is witwasexpert en kreeg voor het onderzoek toegang tot onder andere transactiemeldingen van banken, maar ook casino’s en autodealers. Zo was ze in staat voor het eerst een precieze berekening te maken van de criminele geldstromen. Voor het onderzoek werkte de hoogleraar samen met de infobox crimineel en onverklaarbaar vermogen (iCOV). Dat is een samenwerkingsverband van politie, het Openbaar Ministerie (OM), Belastingdienst en FIU Nederland, dat schrijft het FD.
Uit het dinsdag gepresenteerde onderzoek blijkt dat jaarlijks in Nederland voor ongeveer €16 miljard aan crimineel geld wordt verdiend. De helft daarvan wordt in Nederland witgewassen. En €5 miljard crimineel geld stroomt vanuit het buitenland Nederland binnen. Dit is samen goed voor ongeveer 1,6% van het Nederlandse bruto binnenlands product (bbp). Over de €4 miljard euro stroomt weer door naar andere landen. Veruit het meeste geld wordt witgewassen in de VS en het VK. Die zijn samen goed voor 40% van het geschatte witwastotaal van 36 Oeso-landen, wat neerkomt op ongeveer €340 miljard.
Witwasdata
Voor het onderzoek kreeg Unger de 77.000 verdachte transacties van meldpunt FIU te zien. Dat zijn transacties die tussen 2009 en 2014 als verdacht zijn verklaard na bijvoorbeeld meldingen van banken. De banken sector is zelf onderwerp van onderzoek door het OM. Het gaat dan om het al dan niet juist melden van transacties. ING schikte vorig jaar voor €775 miljoen vanwege tekortkomingen in het onderzoek naar witwassen. Rabobank kreeg een boete van €1 miljoen en naar ABN Amro is dit jaar een onderzoek gestart in de strijd tegen het witwassen.
Een jaar geleden publiceerde de witwasexpert in opdracht van WODC, het onderzoeksbureau van het ministerie van Justitie, al een onderzoek naar de omvang van de witwaspraktijken. ‘Het vorige onderzoeksmodel was gebaseerd op aannames over het gedrag van witwassers. Nu hebben wij voor het eerst toegang gekregen tot witwasdata en daadwerkelijk witwasgedrag en geldstromen kunnen schatten’, aldus de hoogleraar.
Nederland als doorvoerland
De FIU witwasdata was alleen in beveiligde omgeving en in abstracte vorm in te zien door Unger en haar team. En werd gebruikt om te kijken naar eerst de aantrekkelijkheid van Nederland als witwasland en vervolgens werd naar andere landen gekeken. Unger stelt dat de omvang van de economie van een land bepalend is in de aantrekkelijkheid voor witwassen. Wanneer er veel geld om gaat valt het witwassen minder op.
Landen blijken ook witwasstromen van elkaar aan te trekken. Dat is zeker het geval voor Nederland en België. Dat de rol van Nederland als doorvoerland veel kleiner is dan gedacht, komt doordat het geld voor een groot deel door België en Luxemburg stroomt. Unger benadrukt dat belastingontduiking niet is meegenomen in dit onderzoek. Daar zou Nederland een veel grotere rol in kunnen spelen, aldus het FD.