De linkse oppositie richtte haar pijlen tijdens de behandeling van de belastingvoorstellen voor 2020 in de Tweede Kamer op de herverdeling van de lastenverlichting. Dat de middeninkomens gaan profiteren van het economische herstel, kan ieders goedkeuring wegdragen. Maar dat hoge inkomens er meer op vooruitgaan dan lage, stuit op onbegrip bij GroenLinks, SP en PvdA. Ook omdat dit verschil voortvloeit uit een verlaging van het toptarief en een verhoging van het standaardtarief in het nieuwe stelsel van de inkomstenbelasting. Dat schrijft het FD.
Nieuw stelsel
Het standaardtarief stijgt van 36,65 procent naar 37,3 procent en het toptarief daalt van 51,75 procent naar 49,5 procent. GroenLinks komt daarom met een amendement, waarin de verlaging van het toptarief achterwege blijft en het standaardtarief iets omlaag gaat.
PvdA stemt tegen
De PvdA pakt het radicaler aan en stemt tegen het Belastingplan als er niets verandert aan de verdeling van de lastenverlichting. D66 verdedigd de kabinetsplannen door te zeggen dat de verhoging van het standaardtarief wordt gecompenseerd door verhogingen van de algemene kortingsheffing en de arbeidskorting. Bovendien is de verlaging van het toptarief een compensatie voor de versnelde verlaging van aftrekposten zoals de hypotheekrenteaftrek naar het lage tarief.
Uitstel verlaging winstbelasting
GroenLinks juicht het uitstel van de verlaging van de winstbelasting voor bedrijven met een jaar toe. Het uitstel geldt voor winst vanaf 250.000 euro. SP en PvdA willen echter dat van uitstel afstel komt. De linkse oppositie haalde de CBS-statistiek aan, waaruit blijkt dat het effectieve belastingtarief voor grote bedrijven sinds 2008 flink is gedaald. Staatssecretaris Snel antwoordt volgende week maandag op de inbreng van de Kamer.