Op 1 januari 2020 gaat de gemoderniseerde Kleine OndernemersRegeling (KOR) in. Dat wil zeggen: voor wie wil en mag.
Om in aanmerking te komen voor de nieuwe KOR dient de ondernemer te voldoen aan enkele voorwaarden, waarvan de belangrijkste een omzetgrens is: de omzet per kalenderjaar mag maximaal € 20.000 bedragen. Dit is exclusief btw maar inclusief vrijgestelde prestaties voor de btw, zoals bank- en verzekeringszaken.
Lees ook:
Van de KOR naar de OVOB, wil je dat wel?
De nieuwe KOR vereist actie
De oude KOR was erg eenvoudig in gebruik. Bij de (laatste) aangifte over het kalenderjaar kon de ondernemer eenvoudig de rekensom (laten) maken of er een vermindering in zat. Deze kon ook onmiddellijk verrekend worden met de af te dragen btw.
De nieuwe KOR moet de ondernemer van tevoren aanvragen en gaat pas in per de 1e van het eerstvolgende (kwartaal)tijdvak. De nieuwe KOR heeft geen terugwerkende kracht.
Toepassing van de nieuwe KOR vereist dus het tijdig nadenken over de toekomst van de onderneming en het maken van een inschatting van de wenselijkheid van aanmelding.
Twee redenen om wèl aan te melden
- Tijdsbesparing
Bij aanmelding voor de nieuwe KOR treedt de btw-vrijstelling in vanaf het eerstkomende tijdvak. Ook vervalt per die datum de administratieplicht voor de btw. Er is immers geen sprake meer van af te dragen of terug te vorderen btw. Ook de plicht om facturen uit te reiken vervalt.
In de praktijk zal die tijdsbesparing tegenvallen en wel om de volgende redenen:
- U wilt uw klant toch op de hoogte stellen van het te betalen bedrag, waarvoor u het in rekening brengt en naar welke rekening het mag.
- U dient bij te houden of u lopende het kalenderjaar beneden de omzetgrens van € 20.000 blijft. Zo niet, dan vervalt met de levering die de grens overschrijdt per meteen de vrijstelling en dient u btw in rekening te brengen en te administreren.
- Voor de winstaangifte wijzigt er niets. De administratie dient een volledig beeld van de omzet te geven.
- Geldbesparing
De fiscus redeneert altijd vanuit de omzet exclusief btw. Als de ondernemer btw-plichtig is, dan verhoogt de btw de rekening voor de klant. Een btw-vrijstelling betekent dus in de ogen van de fiscus een voordeel voor de klant. In de praktijk is voor een ondernemer de btw bij kleine omzetten echter een kostenpost, die hij bij de oude KOR kon laten verminderen, zodat er een hogere winst overbleef.
Voorbeeld: een thuiskapper heeft een omzet per jaar van € 22.000 inclusief 9% btw. Inkoop bedraagt € 2.500 met 21% btw. Af te dragen vóór vermindering: € 1.816 btw in omzet min € 525 btw op inkoop is per saldo € 1.291. Dit is onder de grens van € 1.345 en dan bedraagt de vermindering dit volledige bedrag. Voordeel uit oude KOR bedraagt dus € 1.291.
LET OP: In dit voorbeeld kan hij niet meedoen met de nieuwe KOR. De omzet exclusief BTW is groter dan € 20.000.
In de oude KOR had de ondernemer dus € 1.291 meer (uiteraard belaste) winst.
Stel dat die kapper uit het voorbeeld 1.000 klanten heeft gehad, die ieder € 22 betaalden voor een knipbeurt. Zodra hij één klant meer knipt vervalt de vrijstelling en redeneert de fiscus dat de knipbeurt € 23,98 gaat kosten, inclusief 9% btw. In de praktijk zal de prijs hetzelfde blijven en de ondernemer de btw voor eigen rekening nemen.
Twee redenen om niet aan te melden
- Investeringen
- U heeft geïnvesteerd in de afgelopen vijf of tien jaar. U dient vanwege de btw-vrijstelling bij deelname aan de KOR alle eerder genoten btw-aftrek over investeringen opnieuw te bekijken. Herziening is verplicht boven een te verrekenen bedrag aan btw van meer dan € 500 per kalenderjaar en leidt tot terugbetalen van te veel afgetrokken btw.
- U verwacht binnen drie jaar te gaan investeren. De btw-aftrek over de investering kan dan net dat cashflow-voordeel geven dat u nodig heeft. Als u verwacht door de investering meer omzet te gaan draaien en boven de € 20.000 uitkomt, dan is het helemaal belangrijk om niet in de KOR te zitten op het moment van investering. U loopt dan het risico wel btw af te moeten dragen, terwijl u niets terugkrijgt van uw investering.
- Tijdsduur KOR is drie jaar
De keuze voor de KOR geldt voor drie jaar of langer. Ook terugkeer is voor minimaal drie jaar. Dit vraagt een goede planning.
Voorbeeld: U wenst langzamerhand met pensioen te gaan. De laatste jaren vóór uw pensioen verwacht u dat de omzet zakt onder de € 20.000. Als u te vroeg de KOR aanvraagt en de omzet is per ongeluk toch meer dan € 20.000, dan mag u drie jaar niet meer deelnemen. Dan mist u net de jaren waarin het interessant was om in de KOR te zitten.
Kortom: de vernieuwde KOR vraagt om nadenken, vooruitdenken en een goed advies!