Het afgelopen dinsdag verschenen rapport ‘Voorlopige bevindingen van de Commissie Toekomst Accountancysector’ over de toekomst van de accountancy bevat volgens het bestuur van accountantskantorenorganisatie SRA feitelijke onjuistheden. Deze onjuistheden zijn schadelijk voor de reputatie van accountantskantoren.
Veroorzaakt schade
Dit heeft het bestuur in een brief aan de Commissie Toekomst Accountancy (CTA) kenbaar gemaakt. Ook de 370 aangesloten kantoren hebben de brief ontvangen. In het rapport krijgt het toezicht op de sector er behoorlijk van langs. Daarbij staat geschreven dat de Autoriteit Financiële Markten (AFM) een deel van het toezicht delegeert naar twee brancheorganisaties, waaronder de SRA.
De CTA is van mening dat de dubbele pet van belangenbehartiger en toezichthouder tot ‘spanning’ kan leiden. En stelt voor het toezicht onder één dak te plaatsen van een grote onafhankelijke waakhond. Dit doet het SRA bestuur pijn. Bestuursvoorzitter Paul Dinkgreve schrijft ‘Deze informatie, met name die over de toetsingssystematiek en -methodiek, wordt nu breed uitgemeten in de pers en veroorzaakt schade, aan de reputatie van de RC (reviewcommissie, red.) en daarmee aan de reputatie van SRA-kantoren en de vereniging SRA’. En daarmee doet de commissie de inzet van de organisatie zeer te kort in zijn ogen, dat schrijft het FD.
Eén toezichthouder
Dinkgreve wil dat de commissie de fouten rechtzet. Volgens hem schetst de commissie een beeld waarin de kwaliteitstoetsing vanuit de RC alleen gebaseerd is op self-assessment en inventarisatiegesprekken. En dat zou niet stroken met de werkelijkheid. In de brief schrijft hij dat het de commissie zou sieren als het de genoemde omissies op korte termijn rechtzet.
Volgens het bestuur is het daarnaast oneens met de beschrijving in het rapport van drie toezichthouders. Namelijk de AFM, NBA en DRA. ‘In de huidige, wettelijke opzet is sprake van één toezichthouder. De SRA (en NBA) voeren kwaliteitstoetsingen uit op basis van de Kwaliteitsverordening (Wab), en meten kwaliteit bij accountantskantoren. Zoals vastgelegd in de Wta (artikel 48, lid 1), steunt de toezichthouder op deze resultaten. Het toezicht is ook niet gedelegeerd, zoals uw rapport vermeldt’
In brief is te lezen dat de commissie Dikgreve inmiddels telefonisch heeft uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek, aldus het FD.