De minister van Financiën Wopke Hoekstra en de Tweede Kamer verschillende van mening over het wettelijk verbod op negatieve rente. Hoekstra wil erover in gesprek met de banken maar voor de Kamer is de gedachte van een negatieve al te veel.
Risico’s en instabiliteit
Wat te doen wanneer de banken de stap zouden maken zorgt voor discussie. De minister heeft al meerdere malen laten weten niets te voelen voor een verbod. ‘Ingrijpen betekent nogal wat’, zegt de CDA-bewindsman. ‘Dan ga je je als overheid bemoeien met het rentebeleid. Waar eindigt dat soort tariefregulering en interventies?’
Maar naast de oppositie zeggen ook de coalitiepartijen ChristenUnie en VVD de negatieve geen optie te vinden. Aukje de Vries van de VVD denkt dat het risico’s en instabiliteit met zich zou meebrengen. Bijvoorbeeld wanneer spaarders hun geld contant zouden opnemen, dat schrijft het FD.
Toch overstag
Renske Leijten van de SP voorspelt ook een bankrun. Hoekstra erkent dat het absoluut ongewenst zou zijn als mensen hun spaargeld zouden weghalen bij de bank. Maar waarschuwt voor het oproepen van spookbeelden. Leijten zegt haar voorspelling te baseren op een peiling van het consumentenprogramma Radar. Waaruit bleek dat een meerderheid zijn spaargeld zou weghalen.
Hoekstra koopt tijd door eerst samen met De Nederlandsche Bank in gesprek te gaan met de banken. Dat gesprek moet de komende weken plaatsvinden. Mocht een Kamermeerderheid het niet eens zijn met de uitkomst van het gesprek, dan zal Hoekstra toch overstag moeten. ‘Maar gun me nu dat gesprek’ eindigde hij.
Kosten verhalen
In het Tweede Kamer debat werden ook voorbeelden genoemd uit het buitenland. Zo zouden Belgie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten ook een verbod op negatieve rente hebben. Hoekstra noemde dat ‘niet herkenbaar’. Volgens de minister is het geen makkelijke keuze en is de beste optie een verbod voorkomen. Daarbij wijst hij erop dat de banken wel een andere manier zullen vinden om de extra kosten te verhalen, aldus het FD.