De vermogensrendementsheffing, oftewel de spaartaks, gaat op de schop. Het systeem moet eerlijker, zodat mensen geen belasting meer betalen over rente-inkomsten die ze helemaal niet hebben. Dit betekent niet dat dit goed nieuws is voor iedereen.
Werkelijk behaald rendement
Op dit moment moet je vermogensbelasting betalen als dat hoger is dan 30.360, of met een partner 60.720 euro. Over het rendement betaal je dan 30 procent belasting. Het probleem is nu dat de fiscus niet rekent met het werkelijk behaalde rendement. Ook houdt het geen rekening met hoe je vermogen is samengesteld.
Huidige box 3 oneerlijk
De huidige box 3 is oneerlijk. Daar is vrijwel iedereen het over eens. Veel mensen die meer vermogen hebben dan 30.360 euro, hebben dit gewoon op de bank staan en beleggen dit niet. Zij verdienen dus niets aan hun spaargeld, maar omdat de Belastingdienst er vanuit gaat dat een deel in beleggingen zit, betalen zij toch 30 procent belasting over 1,9 procent van hun vermogen.
Nieuwe situatie
Dat wordt vanaf 2022 anders. Er wordt straks gerekend met de werkelijke verhouding tussen spaargeld, beleggingen en schulden van de belastingplichtige. De rente op sparen is nu 0,09 procent. Over de eerste 400 euro van je inkomsten uit sparen en beleggen hoeft straks geen belasting meer te worden betaald. Dit betekent dat de teller momenteel pas gaat lopen vanaf 440.000 euro. Hierdoor gaan 1,35 miljoen mensen helemaal geen belasting meer betalen in box 3. Kleine beleggers (onder de 30.000 euro) die nu geen belasting betalen, hoeven dat straks ook niet. Voor de beleggers boven dit bedrag wordt het tarief 33 procent.
Wetsvoorstel in 2020
De komende tijd wordt het voorstel uitgewerkt in een wetsvoorstel, dat vóór de zomer van 2020 aan de Tweede Kamer wordt gestuurd. Daarbij zal ook in kaart worden gebracht wat de effecten zijn voor specifieke groepen.
Wat als de rente stijgt?
Tot zover klinkt dit nog redelijk positief. Maar: er blijft een drempel van 30.846 euro, en je gaat straks over dit hele vermogen belasting betalen als je hier een euro bovenuit komt. Bovendien gaat het belastingtarief omhoog van 30 naar 33 procent. Met de huidige lage rente maakt dit niet zoveel uit als je een vermogen hebt onder de 440.000 euro. Maar als de rente stijgt is dit een ander verhaal.
Beleggers zijn de pineut
Beleggers zijn nóg minder goed af. Nu profiteren zij ervan dat de fiscus ervan uitgaat dat een groot deel van hun vermogen in spaargeld zit en dat drukt het fictieve rendement. Straks gaat de Belastingdienst kijken naar het werkelijke bedrag aan beleggingen. Het rendement hierop is vastgesteld op 5,6 procent. En daarover wordt dus een verhoogd percentage van 33 procent over gerekend.
En dan nog een nadeel voor beleggers. Want vooral mensen die veilig beleggen, zijn de pineut. Staatsobligaties leveren namelijk momenteel bijna niets op. Maar ook deze groep zal dus belasting moeten gaan betalen over inkomsten die ze helemaal niet hebben.