Begin maart werd de Kamer al geïnformeerd over de rapportage van de Belastingdienst over het Toezichtplan Arbeidsrelaties. In zijn brief gaat minister Koolmees in op de activiteiten die de Belastingdienst al onderneemt en zal gaan ondernemen. Dit op basis van de huidige wet- en regelgeving en rekening houdend met het geldende handhavingsmoratorium.
Strategie
Verder bespreekt de minister de inspanningen van de Inspectie SZW in het kader van schijnzelfstandigheid. En wat de twee gezamenlijk ondernemen in het toezicht op arbeidsrelaties. De strategie is erop gericht dat burgers en bedrijven bereid zijn uit zichzelf (fiscale) regels na te leven. Zonder dwingende en kostbare acties van de Belastingdienst.
De fiscus kijkt volgens Koolmees voortdurend waar de beschikbare capaciteit zo efficiënt en effectief mogelijk in kan worden gezet. Dit omdat het onmogelijk is alle individuele gevallen te controleren. Het moet voor burgers en bedrijven makkelijk zijn de regels na te leven. Het is dan ook het doel van de dienst een omgeving te creëren waarin het maken van fouten zoveel mogelijk wordt voorkomen. Toezicht en- fraudeaanpak wordt zo selectief en gericht mogelijk gedaan. Wanneer er sprake is van het bewust niet naleven van de regels wordt naleving afgedwongen middels repressief handhaven.
Kwalificatieproblematiek
De Belastingdienst houdt vanuit deze uitgangspunten toezicht op de juiste kwalificatie van de arbeidsrelatie voor de loonheffingen. Uit 2018 verrichte bedrijfsbezoeken is naar voren gekomen dat de kwalificatieproblematiek vaak breder voorkomt binnen een bepaalde branche of sector. Dan kiest de Belastingdienst voor een sectorspecifieke aanpak.
De Belastingdienst heeft bij de inwerkingtreding van de Wet DBA 30 fte beschikbaar gesteld gekregen voor de beoordeling van modelovereenkomsten. In voorbereiding op de afbouw van het handhavingsmoratorium zal de capaciteit van de Belastingdienst voor het toezicht vanaf 4e kwartaal 2019 worden uitgebreid met nog eens 30 fte.
Risicogericht en programmatisch
De Inspectie werkt risicogericht en programmatisch om een zo groot mogelijk maatschappelijk effect bereiken. Daarom sturen zij op de inzet van middelen waar de meest risicovolle situaties en bedrijven zich voordoen. Op grond van de inspectiebrede risicoanalyse zijn de 20 hoofdrisico’s op SZW terrein geïdentificeerd.
In de risicogestuurde en programmatische aanpak staat het handhaven van de wet- en regelgeving centraal. Als de Inspectie constateert dat de regels niet worden nageleefd, dan handhaaft de Inspectie met de inzet van waarschuwingen, boetes, dwangsommen en stilleggingen, aldus de minister.