“Je krijgt wat je verdient” een veelgehoord spreekwoord, maar geldt dit straks nog voor de 21-jarige werknemer? Vanaf 1 juli 2019 heeft hij namelijk recht op het volledige minimumloon. Wat zijn de redenen om deze leeftijdsgrens steeds verder naar voren te schuiven en zijn de redenen van de overheid wel acceptabel? Daar zal niet iedereen hetzelfde over denken. Wij zetten het voor je op een rijtje.
Veranderingen per 1 juli
De overheid verlaagt geleidelijk de leeftijd waarop werknemers het volledige minimumloon krijgen. Voor 1 juli 2017 was dit nog met 23 jaar, sinds 1 juli 2017 is dit 22 jaar en met ingang van 1 juli 2019 wordt dit 21 jaar. Nu hebben 21-jarigen nog recht op 85% van het minimumloon, maar binnenkort dus op 100%.
En daar blijft het niet bij. Ieder half jaar stijgt namelijk ook de hoogte van het wettelijk minimumloon. Vanaf 1 juli a.s. wordt het verhoogd van € 1.615,80 naar € 1.635,60 bruto per maand.
Wat concreet betekent dat een 21-jarige voor 1 juli 2019 recht had op een minimumloon van € 1.373,45 per maand, maar dat hij met ingang van 1 juli 2019 aanspraak maakt op een minimumloon van € 1.635,60. Dit is een stijging van maar liefst 19%. Een loonsverhoging om jaloers op te zijn.
Beweegredenen
De overheid voert meerdere redenen aan voor het overgaan tot verlaging van de leeftijd waarop werknemers recht hebben op het volledig minimumloon. Deze redenen zijn:
- Ouders hebben een wettelijke onderhoudsplicht voor hun kind tot het 21 jaar is. Dat is inderdaad het geval, maar in uitzonderlijke gevallen kan de onderhoudsplicht doorlopen als de 21-jarige (of ouder) kan aantonen dat hij niet zelf in zijn levensonderhoud kan voorzien.
- Steeds meer jongeren van 21 en 22 jaar wonen op zichzelf. Zij hebben meer kosten dan thuiswonende jongeren van dezelfde leeftijd. Maar hoe verhoudt zich dit tot de onlangs gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)? Waaruit juist blijkt dat jongeren steeds langer thuis blijven wonen.
- En veel jongeren zouden al op 21-jarige leeftijd een diploma hebben en fulltime gaan werken. In september 2018 bleek echter, uit cijfers van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), dat veel jongeren hun ‘tussenjaar’ steeds langer maken.
Voor- en nadelen
Werkgevers met veel jeugdige werknemers zullen niet reikhalzend uitkijken naar de nieuwe regelgeving. Zijn loonkosten zullen namelijk flink stijgen. En dit komt niet alleen door de wijzigingen voor werknemers van 21 jaar. Met ingang van 1 juli 2019 gaat namelijk ook het vaste percentage van het wettelijk minimumloon voor 18-, 19- en 20-jarigen omhoog. De stijging van het minimumloon voor deze werknemers is dus ook hoger dan alleen de reguliere halfjaarlijkse stijging.
Werknemers zullen de nieuwe regelgeving zeker toejuichen, maar kunnen uiteindelijk zelf de dupe worden van deze veranderingen. Hogere loonkosten voor een werkgever hebben namelijk vaak een afname van de werkgelegenheid tot gevolg. En dan krijgt de (jeugdige) werknemer zelf de rekening van deze loonsverhoging gepresenteerd.