In navolging van Grant Thornton, trekt nu ook Accon AVM zich terug uit de OOB-markt (organisaties van openbaar belang). Deze twee middelgrote accountants- en advieskantoren zullen beursgenoteerde klanten en andere organisaties van openbaar belang niet langer controleren. Dat schrijft het FD.
Strategieaanpassing Grant Thornton
Grant Thornton stelde in december zijn strategie bij en maakte toen bekend te stoppen met de controle van beursgenoteerde bedrijven en financiële instellingen. De vergunning voor het controleren van dit soort bedrijven, zogenoemde organisatie van openbaar belang (OOB’s), levert het kantoor in.
Accon AVM: OOB zorgt voor grote druk
Accon AVM kondigde deze week aan dezelfde stap te willen zetten. Het bedrijf wil zich volledig toeleggen op een kwalitatief goede dienstverlening aan het midden- en kleinbedrijf, grootbedrijf en organisaties in het publieke domein. “Het aanhouden van een OOB-vergunning legt een onevenredig grote druk op de beschikbare capaciteit van zowel personeel als management. Maar deze klantengroep vertegenwoordigt slechts een zeer gering deel van de omzet”, aldus Accon AVM in een persverklaring.
Big Four domineert OOB-markt
Het aantal instellingen met een OOB-vergunning neemt door het vertrek van Grant Thornton en Accon AVM af van negen naar zeven. De OOB-markt wordt gedomineerd door de Big Four: KPMG, EY, Deloitte en PwC.
Rotatie grote bedrijven
De middelgrote kantoren, waaronder ook BDO, Mazars en Baker Tilly Berk, kregen hoop toen alle grote bedrijven in de periode 2014-2016 wettelijk verplicht van accountantskantoor moesten wisselen. Dit liep echter uit op een teleurstelling, want bijna alle beursgenoteerde bedrijven kozen toch weer voor een Big Four-kantoor.