Waar de slogan van de Belastingdienst “Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker” in het verleden nog wel eens van toepassing was, gaat deze voor de eigenwoningregeling al lange tijd niet meer op. De continue wijzigingen in de eigenwoningregeling hebben deze regeling de afgelopen jaren zeer complex gemaakt. Door de invoering van het nieuwe huwelijksvermogensrecht per 1 januari 2018 en de samenhang daarvan met de fiscale regeling kan de aangifte inkomstenbelasting 2018 zelfs voor eigenwoningexperts een uitdaging worden!
Poll Forum Fiscaal Dienstverleners
Dat een groot deel van de fiscaal dienstverleners de eigenwoningregeling niet goed beheerst, blijkt uit een poll die vorig jaar door de redactie van het Forum Fiscaal Dienstverleners werd gehouden. In de poll werd aan de hand van een praktijkvoorbeeld de kennis van de forumleden over de bijleenregeling en eigenwoningreserve getest. De uitslag was schokkend: slechts 27% van de 247 forumleden die aan de poll meededen, koos voor het juiste antwoord.
Masterclass Eigen Woning
Enige maanden geleden nam ik deel aan een masterclass Eigen Woning. De 10 deelnemers die aanwezig waren, zijn allen adviseurs die vaak met de eigenwoningregeling te maken hebben. Toch bleek tijdens de cursus dat de aanwezige ‘eigenwoningexperts’ soms ook het overzicht in de complexe regeling kwijt zijn. Zo had een aantal niet scherp dat het gewijzigde huwelijksvermogensrecht tot onbedoelde gevolgen voor de eigenwoningregeling kan leiden. En ook het effect van de goedkeuring van de Staatssecretaris in zijn Besluit van 30 januari 2018 was voor de meesten een eye-opener.Lees ook dit kennisdocument:
Eigenwoningregeling: fiscale partners met een eigenwoningverleden…!
Nieuw huwelijksvermogensrecht
Vanaf 1 januari 2018 geldt het nieuwe huwelijksvermogensrecht. De beperkte gemeenschap van goederen is vanaf die datum het uitgangspunt. Het voorhuwelijkse privévermogen blijft tot het privévermogen van de echtgenoten behoren. Tot de beperkte gemeenschap behoren de goederen die afzonderlijk of gezamenlijk tijdens het huwelijk zijn verkregen en de goederen die voor het huwelijk aan de partners gezamenlijk toebehoorden, alsmede de schulden die met deze goederen samenhangen.
De gezamenlijke (voorhuwelijkse) eigen woning en daarmee samenhangende schuld vallen dus bij een huwelijk vanaf 2018 in de “nieuwe” gemeenschap. De gerechtigdheid wordt van rechtswege 50/50, zowel voor de eigendom van de woning als voor de eigenwoningschuld. Indien men hiervan wil afwijken, zullen huwelijkse voorwaarden moeten worden opgesteld.
Besluit Staatssecretaris van 30 januari 2018
Op grond van het huwelijksvermogensrecht valt de gezamenlijke eigenwoningschuld dus in de gemeenschap. Aangezien het eigenwoningverleden van iedere partner een voorhuwelijkse aangelegenheid betreft, blijft dit privé. De Staatssecretaris heeft geconstateerd dat de toepassing van de eigenwoningregeling in deze situatie tot een ongewenste uitkomst leidt. Om die reden heeft hij in zijn Besluit van 30 januari 2018 goedgekeurd dat het eigenwoningverleden van beide partners bij helfte wordt verdeeld over beide partners om daarna de individuele eigenwoningschuld en het eigenwoningverleden te bepalen.
Door in de aangifte inkomstenbelasting de eigenwoningreserve en de eigenwoningrente op te nemen op de manier zoals in het besluit staat aangegeven, wordt ‘automatisch’ een beroep op de goedkeuring van de Staatssecretaris gedaan. Deze toepassing blijft echter in de toekomst ook gelden, waardoor de overdracht van het eigenwoningverleden van de ene naar de andere partner onherroepelijk is.
Conclusie
Met de komst van het nieuwe huwelijksvermogensrecht per 1 januari 2018 en het Besluit van 30 januari 2018 zijn nog meer valkuilen in de eigenwoningregeling ontstaan. Wees bij het opstellen van de aangifte inkomstenbelasting van uw cliënten alert als zij gezamenlijk een woning hebben gekocht en gezamenlijk de eigenwoningschuld zijn aangegaan, terwijl ten minste één van hen voorafgaand aan die aankoop een eigenwoningverleden had. Leuker kunnen ze het niet maken, maar wat de eigenwoningregeling betreft toch zeker wel een stuk makkelijker!