Alle 21 waterschappen zijn de afgelopen jaren meer belasting gaan heffen. Het gaat om een stijging van ruim 9 procent in vier jaar. De verwachte opbrengst voor 2019 is 2,9 miljard euro. De grootste reden voor deze stijging zijn de investeringen die de waterschappen verwachten. De komende vier jaar zullen deze investeringen 5,8 miljard euro bedragen. Dat meldt het CBS.
Watersysteemheffing meest gestegen
Waterschappen hebben twee hoofdtaken: afvalwaterzuivering en de watersysteemtaak. De opbrengsten uit de watersysteemheffing zijn in de afgelopen vier jaar harder gestegen dan de opbrengsten uit de zuivering. De opbrengsten van de watersysteemheffing zijn voor alle waterschappen ruim 12 procent hoger dan in 2015, die van de zuiveringsheffing bijna 6 procent.
Extra investeringen
De stijging van de opbrengsten van de waterschapsheffingen is nauw verbonden met de investeringen die waterschappen doen voor hun taken. Verhoogde waterstanden of langdurige droogte kunnen bijvoorbeeld zorgen voor extra investeringen. Voor de komende bestuursperiode (2019–2022) bedragen de verwachte investeringen 5,8 miljard euro. Bijna 4 miljard euro is bedoeld voor waterkeringen, aquaducten, gemalen en sluizen. Deze lasten hoeven de waterschappen in gebieden met intensief waterbeheer niet alleen te dragen. Het Rijk en gezamenlijke waterschappen dragen ruim 1,5 miljard euro bij aan de investeringen via het solidariteitsprogramma.
Grote verschillen tussen waterschappen
De tarieven van waterschapsheffingen verschillen aanzienlijk tussen de waterschappen. De hoogte van de heffingen hangt samen met de specifieke kenmerken van het waterbeheer. Bepalend zijn de hoeveelheid water, ligging aan de kust of aan grote rivieren, bodemsoort, verstedelijking en ligging ten opzichte van de zeespiegel. Voor woningeigenaren is de hoogte van de waterschapsheffing onder meer afhankelijk van de WOZ-waarde van de woning.