Om verschillende redenen kunnen ondernemers te maken krijgen met financiële of cash flow problemen met als gevolg dat lopende btw-schulden niet (tijdig) kunnen worden voldaan. Of het financiële probleem van tijdelijke aard is of niet, het is altijd van belang om hiervan melding te doen bij de Belastingdienst. Hiermee wordt namelijk de kans op het succesvol aansprakelijk stellen van de bestuurder verkleind. Ik heb in de praktijk regelmatig te maken met bestuurders die aansprakelijk worden gesteld voor btw-schulden terwijl dit makkelijk had kunnen worden voorkomen als tijdig actie was ondernomen. In deze blog bespreek ik daarom het belang van het doen van de melding betalingsonmacht en op welke wijze deze melding gedaan kan worden.
Het belang
De Belastingdienst kan onder voorwaarden een bestuurder aansprakelijk stellen voor door een vennootschap niet betaalde omzetbelasting. De belangrijkste voorwaarde is dat het onbetaald blijven van de btw-schuld het gevolg is van aan de bestuurder te wijten kennelijk onbehoorlijk bestuur.
Het doen van de melding betalingsonmacht is van belang voor de bewijspositie van een bestuurder. Indien de bestuurder een rechtsgeldige melding betalingsonmacht heeft gedaan, rust de bewijslast van de aanwezigheid van kennelijk onbehoorlijk bestuur op de ontvanger. In de praktijk blijkt dat bewijzen van kennelijk onbehoorlijk bestuur in fiscale zin voor de ontvanger een lastig te nemen hobbel is.
Is er geen rechtsgeldige melding betalingsonmacht gedaan, dan dient de bestuurder aannemelijk te maken dat geen sprake is van onbehoorlijk bestuur. Maar voordat de bestuurder dat mag doen, moet hij aannemelijk maken dat het niet aan hem is te wijten dat niet tijdig is gemeld. Voor de bestuurder is het voldoen aan die bewijslast vaak erg lastig. Het is vanzelfsprekend dat het voor een bestuurder makkelijk is als de bewijslast bij de ontvanger ligt. De toets is in dit verband of geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden gehandeld zou hebben zoals die bestuurder.
Het doen van de melding
Het doen van melding kan worden gedaan middels een formulier welke is te vinden op de website van de Belastingdienst. De melding dient te worden gedaan binnen twee weken nadat de btw moest worden betaald. Wordt de melding niet tijdig gedaan, dan is geen sprake van een rechtsgeldige melding.
Als de melding eenmaal is gedaan, dan hoeft deze voor de volgende tijdvakken niet nogmaals te worden gedaan. De melding blijft geldig totdat de naheffingsaanslagen, waarvoor melding is gemaakt, zijn betaald of schriftelijk is gemeld dat geen sprake meer is van betalingsonmacht.
Let wel dat een melding betalingsonmacht niet kan worden gedaan voor alle btw-schulden. Indien door de inspecteur een naheffingsaanslag is opgelegd, omdat de ingediende aangiften onjuist zouden zijn, kan veelal niet rechtsgeldig een melding betalingsonmacht worden gedaan. De ontvanger neemt in dergelijke situaties het standpunt in dat de eerder ingediende aangiften opzettelijk of grofschuldig onjuist zijn gedaan.
In de praktijk
Zoals ik eerder al heb opgemerkt is de kans op het met succes aansprakelijk stellen van een bestuurder voor een groot deel afhankelijk van de melding betalingsonmacht. Het voldoen aan de bewijslast, voor zowel de ontvanger als de bestuurder, lijkt in de praktijk namelijk bijna onmogelijk. Het is daarom van groot belang dat deze altijd wordt gedaan als sprake is van betalingsonmacht.
Doet u als accountant of boekhouder de aangifte van client, vraag dan altijd om terugkoppeling over of de btw-schuld al dan niet is voldaan. Zo kunt u op een proactieve wijze in de gaten houden of sprake is van betalingsonmacht en eventueel actie ondernemen (binnen twee weken nadat de btw-schuld moest zijn voldaan!) door het doen van een melding.