Belastingparadijzen aanwijzen op basis van de werkelijke belasting die bedrijven in een land betalen, is volgens staatssecretaris Menno Snel van Financiën onbegonnen werk. Bovendien maakt zijn lijst van 21 landen met een lage statutaire winstbelasting Nederland al veel minder aantrekkelijk voor multinationals die belasting willen ontwijken. Dat stelt de bewindsman tegen het FD in reactie op de kritiek van het Centraal Planbureau dat zijn plannen om belastingontwijking tegen te gaan, tekortschieten.
Doorsluislanden buiten beeld
Onder de bronbelasting vallen geen doorsluislanden, zoals Ierland, Luxemburg en Zwitserland. Terwijl 25 procent van de uitgaande rentes via deze doorsluislanden stromen, stelt het CPB. De voorgenomen voorwaardelijke bronbelasting zal vooral de royaltystroom naar Bermuda raken. Daarnaast wordt de substantiële rentestroom naar de Kaaimaneilanden geraakt, maar die is veel kleiner dan de royaltystromen. Veel andere stromen blijven ongemoeid. Het is vooral van belang voor het eerste bestemmingsland na Nederland om te kunnen bepalen wat daar de effectieve belasting is. De belasting kan dan niet worden ontweken via landen die weliswaar zelf geen belastingparadijs zijn, maar die ook geen bronbelasting heffen op stromen naar laagbelastende landen.
Lees hier verder:
CPB: ‘Bronbelasting niet genoeg om belastingontwijking tegen te gaan’ >>
Snel: ‘onuitvoerbaar’
De staatssecretaris erkent dat werkelijk betaalde belasting een betere maatstaf is of een land een belastingparadijs is dan de officiële belastingtarieven. Een bronbelasting op basis van effectieve tarieven heeft academisch gezien de voorkeur, stelt hij. Snel acht dit echter onuitvoerbaar. Bovendien wijken gemiddelde effectieve tarieven weinig af van de statutaire tarieven.
Overheid kan bedrijven wel degelijk verplichten
Leids belastingwetenschapper Jan Vleggeert bestrijdt tegenover het FD dat effectieve tarieven onwerkbaar zijn voor het heffen van bronbelasting. Hij wijst erop dat Nederlandse bedrijven die rente betalen aan buitenlandse moederbedrijven in sommige gevallen al moeten aangeven hoeveel winstbelasting in het buitenland over de rente is betaald, om de rente te mogen aftrekken voor de Nederlandse vennootschapsbelasting. De overheid kan bedrijven daarnaast wel degelijk verplichten om jaarlijks te rapporteren over het effectieve belastingtarief over rente en royalty’s in het buitenland.