Ondernemers die met de fiscus afrekenen in box 1, komen er bekaaid vanaf bij de verlaging van de inkomstenbelasting per 1 januari. De belastingverlichting blijf namelijk achter bij de gestegen zorgpremie, duurdere energierekening en verhoging van het lage btw-tarief. Dat meldt het FD.
Inkomenseffecten op een rij
Belastingadviseur Hans Huiberts heeft de inkomenseffecten van de belastingverlichting op een rij gezet voor ondernemers en werknemers in de horeca. Een collega van EY onderschrijft de ongunstige trend die Huiberts signaleert voor de ondernemers.
Beperkte verlichting
Afhankelijk van de hoogte van het brutoloon houden werknemers volgens de berekeningen per 1 januari netto tussen de 0,4 procent en 2,7 procent meer over dan in 2018. IB-ondernemers met dezelfde bruto-inkomens gaan er netto maximaal 1,6 procent op vooruit en leveren in het ongunstigste geval 0,2 procent in.
Kanttekening: werkgeverslasten buiten beschouwing
Het ministerie van Financiën stelt na inzage dat de berekeningen van Huiberts in grote lijnen kloppen. Volgens het departement worden bij werknemers wel een deel van de werkgeverslasten buiten beschouwing gelaten. De oorzaak van het bescheiden profijt is dat de IB-ondernemers bij eenzelfde bruto-inkomen minder belasting betalen dan werknemers. Dat komt onder meer door de zelfstandigenaftrek en de mkb-winstvrijstelling. Belastingverlagingen leveren dan ook minder op. Ondernemers met een brutowinst tot 30.000 euro dragen bijvoorbeeld geen belasting af. Werknemers met een brutoloon van 30.000 euro betalen daarentegen ongeveer 5.000 euro belasting.
Verschil in fiscale behandeling
Het gevolg van het verschil in fiscale behandeling is volgens Huiberts dat van de beloofde koopkrachtverbetering van het kabinet voor IB-ondernemers weinig of niets terechtkomt. De bescheiden belastingverlaging die zij krijgen, weegt volgens de belastingadviseur niet op tegen de hogere energierekening, duurdere zorgverzekering en de verhoging van het lage btw-tarief.