Giraal geld is steeds belangrijker geworden in onze samenleving, de publieke betaal- en spaaropties zijn verdwenen en het bankwezen is geconcentreerder en uniformer geworden. Hierdoor is het evenwicht in het geldstelsel verstoord geraakt. Er zijn te weinig remmen op geldschepping en kredietverlening, met een ongewenst hoog schuldniveau als gevolg. Dat blijkt uit onderzoek van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in opdracht van de minister van Financiën. Een van de aanbevelingen in het onderzoek is het wegnemen van fiscale prikkels om schulden aan te gaan.
Creatie van geld door banken
Bij geld denken we al snel aan bankbiljetten en munten, maar ongeveer 93 procent van ons geld bestaat tegenwoordig uit giraal geld. Giraal geld is feitelijk een schuld van de bank aan de rekeninghouder. Nieuw giraal geld wordt gecreëerd wanneer een bank een lening verstrekt. Op dat moment krijgt de kredietnemer geld op zijn rekening en heeft de kredietnemer een schuld aan de bank. Banken kunnen niet onbeperkt geld scheppen, maar er bestaan geen harde begrenzingen.
In verschillende landen, waaronder Nederland, wordt gepleit voor een alternatief systeem van geldschepping, waarbij alleen de centrale bank geld kan creëren. Banken moeten daarnaast eerst geld ophalen voordat zij een lening kunnen verstrekken. De minister van Financiën heeft de WRR gevraagd onderzoek te doen naar de werking van het geldstelsel en de voor- en nadelen van mogelijke alternatieve systemen van geldschepping.
Hervormingen
De WRR signaleert in het onderzoek twee kernproblemen. Het eerste probleem is de grote omvang van de Nederlandse private schulden en de volatiliteit van kredietverlening. Dit leidt tot ongewenste instabiliteit en onevenwichtige economische groei. Ten tweede bestaat er een onbalans tussen publieke en private belangen. De WRR pleit daarom voor een aantal belangrijke hervormingen:
- Zorg voor meer diversiteit in de financiële sector. Bied een publiek verankerd alternatief aan voor betalen en sparen, zoals een betaalbank. Zorg dat het minder aantrekkelijk wordt om een systeembank te zijn en ondersteun uitdagers.
- Tem de overmatige schuldengroei. Hiervoor is een breed pakket aan maatregelen nodig, in het bijzonder een gelijke fiscale behandeling van schuld en eigen vermogen bij huishoudens en bedrijven, het versterken van macroprudentieel beleid en meer aandacht voor schuldengroei op andere beleidsterreinen, zoals monetair beleid en sociaal-economisch beleid.
- Wees beter voorbereid op de volgende crisis. Tijdens een volgende crisis zullen wederom vergaande maatregelen ter tafel komen. Het is belangrijk om van tevoren nagedacht te hebben over de voor- en nadelen van verschillende, mogelijk onconventionele, beleidsopties.
- Veranker de publieke dimensie in de interne organisatie van banken. Dit kan bijvoorbeeld door het instellen van een maatschappelijke adviesraad. Ook dient meer diversiteit in organisatiemodellen en rechtsvormen te worden gestimuleerd.
Private schulden enorm gestegen: fiscale bevoordeling van schuld
De hoogte van private schulden is historisch gezien ongekend. Ook in andere landen is de private schuld sterk gestegen, maar Nederland voert de boventoon. Naast flexibiliteit in het geldstelsel spelen verschillende factoren hierbij een rol, zoals de fiscale bevoordeling van schuld, de indirecte overheidssteun voor banken en het beleid op het gebied van de woningmarkt en pensioenen. Er wordt vaak verondersteld dat hoge schulden geen probleem zijn zolang er voldoende bezittingen tegenover staan en zij netjes worden afbetaald. Maar ook dan kunnen hoge schuldenniveaus een probleem vormen. Zij leiden tot meer instabiliteit, zorgen ervoor dat herstel na een crisis langer duurt en leiden tot onevenwichtige economische groei.
Stappen in hypotheekrenteaftrek en renteaftrek vpb
De fiscale bevoordeling van schuld ten opzichte van eigen vermogen maakt het voor huishoudens, bedrijven en banken voordeliger om een schuld aan te gaan, dan om uit eigen vermogen te financieren. Huishoudens hebben een hypotheekrenteaftrek en bedrijven kunnen de kosten van rentebetalingen aftrekken voor de vennootschapsbelasting. Op beide vlakken zijn sinds de crisis voorzichtige stappen genomen. De maximale hypotheekrenteaftrek is sinds 2014 gedaald van 52 procent tot 49,5 procent in 2018 en wordt de komende jaren versneld afgebouwd tot 37 procent in 2023. Ook zijn er stappen gezet om de renteaftrek voor private-equitypartijen te beperken. Het Nederlandse kabinet is daarnaast van plan een plafond voor de aftrekbaarheid van rentelasten (renteplafond) in te stellen voor banken en verzekeraars. Ook ligt er een plan om de fiscale voordelen van de zogeheten coco’s af te schaffen. Deze schulden, die in geval van nood kunnen worden omgezet in aandelen, raken hun fiscale aftrekbaarheid binnenkort kwijt.
Aftrek op eigen vermogen
Er zijn ook landen die hebben geprobeerd om de ongelijke fiscale behandeling van schuld en eigen vermogen aan te pakken door aftrek op het eigen vermogen te introduceren. België heeft bijvoorbeeld in 2006 een zogeheten notionele interestaftrek ingevoerd. Ook andere landen, zoals Italië, Kroatië, Letland en Oostenrijk, hebben de afgelopen jaren een aftrek van eigen vermogen ingevoerd.
Beperkte stappen in tegengaan bevoordeling schuld
Hoewel er sinds de crisis meer aandacht is voor de fiscale bevoordeling van schuld, zijn de daadwerkelijke stappen om hier iets aan te doen beperkt geweest. Wat betreft de hypotheekrenteaftrek is het gelukt om te komen tot een stapsgewijze versobering, maar voor het bedrijfsleven is het fiscale voordeel slechts in beperkte mate aangepakt. Gezien het vrij verkeer van kapitaal binnen de Europese Unie, vergt het fiscaal gelijktrekken van eigen vermogen en schuldfinanciering coördinatie op Europees niveau om belastingarbitrage te voorkomen. Bij banken ligt het ingewikkelder, omdat schuldfinanciering daar behoort tot de kern van het bedrijfsmodel.
Belastingprikkels op aangaan schulden verder afbouwen
Om excessieve geldschepping tegen te gaan dienen belastingprikkels op het aangaan van schulden verder te worden afgebouwd. Dit gaat zowel over de hypotheekrenteaftrek bij burgers als over de renteaftrek bij de vennootschapsbelasting. Hiervoor is tot op zekere hoogte nationale beleidsruimte, maar om grotere stappen te zetten is Europese afstemming noodzakelijk. Om te komen tot een gelijkwaardige fiscale behandeling van schuld en eigen vermogen kan financiering met eigen vermogen aantrekkelijker worden gemaakt. Dit kan fiscaal neutraal geschieden door een aftrek op eigen vermogen te geven, terwijl het algehele belastingtarief licht stijgt. Het in het regeerakkoord voorgestelde renteplafond ontmoedigt evenzeer financiering met vreemd vermogen, maar houdt de ongelijke behandeling in stand, concludeert WRR.