De Belastingdienst wijst ondernemers, die regelmatig goederen afnemen vanuit het Verenigd Koninkrijk (VK), op de mogelijkheid om een vergunning voor btw-verlegging bij invoer aan te vragen. De reden hiervoor is de naderende Brexit. Dat meldt Accountant.nl.
Britse stemming verlaten EU
Vanavond stemt het Britse parlement over de Brexitafspraken die de Britse premier Theresa May is overeengekomen met Brussel. Als het VK zich vervolgens op 29 maart 2019 terugtrekt uit de Europese Unie moeten ondernemers daarna aangifte doen over goederen die zij invoeren vanuit het VK. De Belastingdienst adviseert bedrijven om zich daarop voor te bereiden door het aanvragen van een artikel 23-vergunning (Wet op de omzetbelasting 1968).
Verleggen btw
Met de vergunning mogen ondernemers de btw bij invoer van goederen verleggen. Anders moeten zij bij het invoeren van goederen iedere keer aangifte doen en btw betalen bij de Douane. Mét de vergunning wordt de btw over de invoer meegenomen bij de eerstvolgende btw-aangifte.
Late realisatie van gevolgen Brexit
De fiscus stelt dat ondernemend Nederland ‘relatief laat is met het realiseren wat de effecten kunnen zijn van een Brexit en met het nemen van voorbereidende maatregelen’. Daarom heeft de fiscus koepelorganisaties, zoals de NBA, SRA, NOB, RB en Noab, geïnformeerd over de mailing. ‘Fiscaal dienstverleners kunnen vanuit hun deskundigheid en overzichtsrol een stimulerende rol spelen’, aldus de Belastingdienst.