De lidstaten van de Europese Unie zijn nog steeds zwaar verdeeld over de komst van een tijdelijke Europese belasting voor internetbedrijven. Maar als het aan het Europees Parlement ligt, komt zo’n digitale taks er wel snel. Dat schrijft het FD.
Grote meerderheid voorstander
Een grote meerderheid van 439 Europarlementariërs stemde voor de belasting, naast 58 tegenstanders en 81 onthoudingen. Het Europarlement wil ook dat de tijdelijke Europese belasting voor techreuzen strenger wordt dan wat de Europese Commissie in maart voorstelde.
3 procent belasting
De Europese Commissie wil dat lidstaten voortaan 3 procent belasting heffen op omzet van internetbedrijven als Google in het desbetreffende land. Zij vinden het onredelijk dat techreuzen wel miljarden aan inkomsten boeken, maar vergeleken met traditionele ondernemers weinig winstbelasting afdragen, omdat zij in veel landen niet fysiek aanwezig zijn.
User value creation
De Commissie heeft ervoor gekozen om de zogeheten ‘user value creation’ te belasten, waardoor alleen techbedrijven als Twitter, Facebook en Google eronder vallen. Hun gebruikers creëren immers waarde door op de platforms content te plaatsen. Een streamingsdienst als Netflix krijgt zo geen aanslag, omdat de abonnees geen waarde creëren. Het Europarlement vindt dit nog te beperkt.
Omzetplafond verlagen
De Europarlementariërs willen dat ‘online platformen die digitale content’ verkopen, straks ook te maken krijgen met de digitale internetbelasting. Zij willen bovendien het omzetplafond verlagen van 50 naar 40 miljoen euro binnen de EU. Hier heeft het Parlement echter weinig over te zeggen, omdat dit een nationale aangelegenheid is.
Oeso-overleg
Nederland heeft liever dat deze belasting binnen de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) wordt geregeld. Ook de Verenigde Staten en Japan doen dan mee. Maar het Oeso-overleg over internetbelasting kan nog jaren in beslag nemen en daarom wil Brussel tot die tijd een eigen digitale taks lanceren.