De belastinginspecteur draait de boete terug die hij zelf aan de Belastingdienst had opgelegd vanwege de omstreden vertrekregeling uit 2016. Dat leidt tot een meevaller van 168 miljoen euro, omdat voor de komende twee jaren nog rekening was gehouden met een extra aanslag. Dat schrijft het FD op basis van de Najaarsnota.
Vertrekregeling ten onrechte aangemerkt als RVU
De Hoge Raad heeft onlangs geoordeeld dat de Belastingdienst de vertrekregeling ten onrechte had aangemerkt als een Regeling voor vervroegde uittreding (RVU), waarop een extra heffing van 52 procent geldt. Een vertrekvergoeding mag niet extra worden belast als deze verband houdt met een regeling waarin alle werknemers dezelfde voorwaarden hebben.
Eerder stoppen met werken ontmoedigen
De fiscus kreeg in 2016 5.000 aanmeldingen voor de vertrekregeling. Dit was in strijd met het eigen beleid om eerder stoppen met werken te ontmoedigen. Toenmalig staatssecretaris Eric Wiebes moest aan de Kamer melden dat een belastinginspecteur daarom heffingen zou opleggen die konden oplopen tot 200 miljoen euro. Deze heffing is in september teruggedraaid, naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad.
Meevaller
Inmiddels zijn er 2400 belastingmedewerkers uitgestroomd, voor wie de Belastingdienst al 95 miljoen aan aan RVU-heffingen afdroeg. Tot en met 2020 volgen er nog 2600. De 6 miljoen euro die nog voor de rest van het jaar was begroot valt vrij. De terug te betalen boete komt volgend jaar als meevaller terug in de Voorjaarsnota.