Internetbedrijven hoeven in 2020 nog geen nieuwe Europese belasting te verwachten. De Europese Commissie stelt voor de zogeheten ‘digital services tax’ pas in 2022 in te voeren. Hiermee hoopt ze de bezwaren tegen de heffing weg te nemen. Dat schrijft het FD.
Compromisvoorstel
Het uitstel van de digitaks staat in het laatste compromisvoorstel, waarmee de Europese Commissie de lidstaten van de EU op één lijn hoopt te krijgen. Uitstel van de Europese belasting op internetinkomsten uit advertenties, bemiddeling en verkoop van data schept meer tijd om mondiaal overeenstemming te bereiken over hoe de digitale economie moet worden belast. Vrijwel elk land geeft aan voorkeur te hebben voor een wereldwijde oplossing, maar daar zit weinig schot in.
Digitaks verrekenen met winstbelasting
Uitstel is niet de enige handreiking van de Commissie. Een andere concessie is dat bedrijven de digitaks mogen verrekenen met de winstbelasting die zij in een Europees land betalen. Het tarief van de heffing blijft 3 procent. Landen moeten die innen over de omzet die kan worden toegeschreven aan de gebruikers van de internetdiensten op hun grondgebied.
Losse initiatieven
Steeds meer landen voeren op eigen initiatief een belasting in voor digitale bedrijven zoals Google en Facebook. Italië wil volgend jaar een dergelijke heffing introduceren. Spanje denkt ook aan een eigen digitaks en Verenigd Koninkrijk speelt met dezelfde gedachte.