De fiets van de zaak is niet meer. Al sinds 2015 niet overigens. Of nee, toch wel? Een fiets van de zaak of een fiets van de werkgever is (ook na 2014) mogelijk. Komt het fietsplan terug? Nee, in deze tijden van vergroening is door het kabinet gekozen voor een vereenvoudigende maatregel en niet voor een groene stap voorwaarts.
Ook de speed-bike?
De fiets, de elektrische fiets en zelfs de supersnelle speed-bike kan namelijk – met of zonder fietsplan – worden verstrekt of vergoed óf ter beschikking worden gesteld. Bij verstrekking of vergoeden van de fiets, is deze eigendom van de werknemer geworden. Bij ter beschikking stellen, blijft de fiets eigendom van werkgever.
Verstrekken of vergoeden
De fiets kan met gebruikmaking van de forfaitaire vrije ruimte van de werkkostenregeling zonder belastinggevolgen worden verstrekt en vergoed. Als er geen vrije ruimte beschikbaar is, of beschikbaar wordt gemaakt, houdt het op. Op het salaris van de werknemer wordt dan loonheffing ingehouden over de waarde van de fiets. In dat geval heeft de werkgever de aanschafkosten (aftrekbaar voor de belasting naar de winst) en de werknemer draagt de loonheffing over de waarde van de fiets, maar heeft het “netto” voordeel. De werkgever kan ook besluiten de eindheffing voor haar rekening te nemen, maar dit wordt vaak als een te kostbare oplossing gezien.
Lease-fiets
De werkgever kan ook een fiets aanschaffen en aan de werknemer ter beschikking stellen. De eigendom van de fiets is dan van de werkgever en de werknemer kan de fiets gebruiken. Voor gebruik van de lease-fiets dient beoordeeld te worden in hoeverre sprake is van privégebruik. Het privégebruik moet als voordeel in de loonheffing worden betrokken à werkelijke kosten x aantal kilometers (denk aan onderhoud, aanschafkosten verzekering, e.d.). En nu komt het Ei van Columbus (aldus het kabinet); de forfaitaire bijtelling maakt een einde aan deze vervelende calculatie, maar daarmee is alles ook gezegd. Per 1 januari 2020 mag 7% over de consumentenadviesprijs (#makkelijkerkunnenwehetnietmaken) als privévoordeel in aanmerking worden genomen. Van privévoordeel is overigens sprake als de fiets ook voor woon-werkverkeer gebruikt mag worden. Dus indien alleen werkkilometers worden gereden, blijft de bijtelling achterwege.
De speed-bike kent een hoge aanschafprijs, waardoor per geval beoordeeld moet worden of een eventuele vergoeding of verstrekking gebruikelijk is. Bij parkeerproblematiek, kan de speed-bike een hippe en in mijn ogen gebruikelijke oplossing zijn.
Hippe wetgever
Al met al is de invoering van de forfaitaire bijtelling voor de fiets van de zaak een aardige geste van het kabinet maar vooral een gemiste kans om in te spelen op vergroening en actuele ontwikkelingen in de fietsmarkt.
De fiets in al haar verschijningsvormen is immers allang hip. Nu de wetgever nog?