Nederland neemt in Europa een middenpositie in bij de belasting voor bedrijfsoverdrachten. De kritiek dat deze belasting te laag zou zijn, is misplaatst, waarschuwt KPMG. In andere Europese landen betalen familiebedrijven minder of helemaal geen belasting bij overdracht aan de volgende generatie. Dat schrijft het FD.
MKB
De accountants- en adviesorganisatie publiceerde maandag een internationaal onderzoek naar de erf- of schenkbelasting die in 65 landen verschuldigd is bij de overdracht van familiebedrijven. De verschillen zijn groot. Portugal, Frankrijk en Griekenland kennen hoge belastingen. Zweden, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland heffen geen belasting als een bedrijf overgaat naar de volgende generatie. Nederland zit daar tussenin, met de zogeheten Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR), aldus KPMG.
Critici vinden de BOR te gunstig uitpakken voor de aantredende generatie. Maar KPMG waarschuwt voor aanpassing. ‘We moeten ons realiseren dat Nederland binnen Europa fors uit de pas zou gaan lopen wanneer de BOR zou worden versoberd’, stelt Maarten Merkus in een begeleidend persbericht bij het onderzoek. De fiscalist van KPMG Meijburg & Co is gespecialiseerd in familiebedrijven.
De onderzoekers merken op dat de verschillen in fiscale behandeling tot een ongelijk speelveld leiden voor familiebedrijven in Europa. Vaak zijn dat ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf. Volgens Merkus stellen landen met een goede opvolgingsregeling familiebedrijven veel beter in staat door de generaties heen te blijven groeien.
Voorwaarden vrijstelling
In onder meer het Verenigd Koninkrijk en Duitland leiden vrijstellingen ertoe dat familiebedrijven geen belasting betalen als zij overgaan in handen van de volgende generatie. In Duitsland geldt dat tot een bedrijfswaarde van €90 mln. Ten slotte zijn er landen die helemaal geen overdrachtsbelasting kennen. In Europa zijn Zweden en Polen daar voorbeelden van.
Nederland is een middenmoter. Na de vrijstellingen in de BOR is er bij een nalatenschap en pensioen respectievelijk €270.000 en €273.000 verschuldigd bij een bedrijfswaarde van €10 mln. Net als in de meeste andere landen stelt Nederland voorwaarden aan de vrijstellingen. Zo moet er sprake zijn van een onderneming waarin daadwerkelijke bedrijfsactiviteiten plaatsvinden. Alleen beleggingen zijn niet genoeg. Een andere eis is dat de nieuwe eigenaren het bedrijf ten minste vijf jaar moeten voortzetten. Aldus het FD.